Les 2.4

Les 4
Samenstellingen
timer
10:00
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Les 4
Samenstellingen
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Wat heb je voorbereid

Je hebt opdracht 4 t/m 12 gemaakt van
 blz. 112-115.

Slide 2 - Diapositive

Doel van de les
Aan het eind van deze les:
  • Weet je hoe je samenstellingen schrijft.
  • Kan je correcte samenstellingen maken en foute samenstellingen verbeteren.
  • Kan je bijzonderheden uitleggen in de schrijfwijze van samenstellingen.
  • Kan je nieuwe voorbeelden van samenstellingen bedenken.

Slide 3 - Diapositive

Lesindeling
  • Lezen.
  • Uitleg samenstellingen.
  • Werktijd.

Slide 4 - Diapositive

Samenstellingen - aaneenschrijven
  • Met één klemtoon: voicemailbericht, supriseparty.
  • Samenstellingen met andere woordsoorten: pimpelpaars, dagdromen, afleiding.
  • Engelse leenwoorden: sciencefictionfilms.
  • Eigennamen: Ajaxsupporter.

Slide 5 - Diapositive

Samenstellingen - los
  • Als er in een eigennaam al een spatie staat, dan laat je dat zo: Albert Heijntas, Harry Potterboek.
  • Betekenis bepaalt de spelling: luipaard/ lui paard. 

Slide 6 - Diapositive

Samenstellingen - tussen-s
  • Als je deze hoort: landingsbaan, Vrijheidsbeeld.
  • Soms moet je een extra -s neerzetten als het laatste deel met een s begint. Dit check je door het laatste deel te veranderen: levensstijl - levensverzekering, stationsstraat - stationsplein

Slide 7 - Diapositive

Samenstellingen - tussen-en
  • Je schrijft -en als het linkerdeel van de samenstelling een zn is met een meervoud op -en: eend - eendenei, heer - herenschoenen, vis - vissenkom 

Slide 8 - Diapositive

Samenstellingen - tussen-e
Je schrijft -e als het linkerdeel:
  • een meervoud heeft op -s routebeschrijving
  • een meervoud heeft op -s en -en weidevogels
  • geen meervoud heeft rijstevlaai
  • uniek is zonnestelsel
  • een bijvoeglijk naamwoord versterkt beresterk

Slide 9 - Diapositive

Samenstellingen - tussen-er
Schrijf je meestal als: het meervoud van het eerste deel op -eren eindigt. 
kind - kinderen- kinderfiets, 
ei- eieren - eiersalade

Slide 10 - Diapositive

Werktijd
blz. 117
  • Maak 1 t/m 12 (hw). 

Slide 11 - Diapositive

Exit ticket

Slide 12 - Diapositive

Heb je het lesdoel van vandaag behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Sondage

Welke twee dingen heb je
geleerd in deze les?

Slide 14 - Question ouverte

Op deze vraag heb ik nog
antwoord nodig.

Slide 15 - Question ouverte