les 67 & 68: los en aan elkaar en tussen - n

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welkom MH1F!

Je pakt je leesboek, want we starten de les Nederlands altijd met 10 minuten stillezen. 

Wat gaan we doen deze les

Kort herhalen les 67

Nieuwe stof: les 68 

Los of aan elkaar?

1. alomtegenwoordig
2. alom tegenwoordig

Los of aan elkaar?

1. verzekeringsagent
2. verzekerings agent

Les 68: samenstellingen

kind             +              fiets            =  kinderfiets

Les 68: samenstellingen

Twee woorden (of meer) kun je aan elkaar plakken: samenstelling. Soms heb je extra letters nodig om een samenstelling te kunnen maken. 

Tussen -s

- hoor je een -s? Dan schrijf je hem

- KoningSdag / buitenShuis

Tussen -en

-eerste deel een zn dat met een meervoud op -en (alleen op -en)

- pannENkoek /  sterrENstelsel / kaartENbak

dorp + kern = ? 

boek + kast = ? 

Les 68: samenstellingen

Twee woorden (of meer) kun je aan elkaar plakken: samenstelling

Tussen -e

- eerste deel meerdere meervouden heeft, of meervoud op -s

- groentEsoep (groenten/groentes) 

- eerste deel geen meervoud heeft of er maar één van bestaat

- roggebrood

- eerste deel een bijvoeglijk naamwoord versterkt

- pikkedonker

zon + paneel = ?

beer + sterk = ? 

Les 68: samenstellingen

Twee woorden (of meer) kun je aan elkaar plakken: samenstelling

Tussen -er

- bij woorden die een meervoud hebben op -eren (zoals eieren, runderen)

- eierdop / kinderfiets 

blad + deeg = ?

ei + salade = ?

Aan de slag: les 68

1. Lees de theorie van les 68

2. Maak opdracht 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 8

3. Klaar? Kijk na. 

De timer geeft aan hoe lang je stil moet zijn. 

Presentaties

1. Bekijk wanneer je presentatie is en zet hem in je agenda

2. Ga naar het stappenplan

3. Bedenk een onderwerp (kijk op www.taalcanon.nl) 

4. Ga aan de slag met je presentatie vandaag: onderwerp, woordweb, hoofdvraag

Aan het einde van de les heb je:

1. een onderwerp, een woordweb en een hoofdvraag 

Presentaties

1. Bekijk wanneer je presentatie is en zet hem in je agenda

2. Ga naar het stappenplan

3. Bedenk een onderwerp (kijk op www.taalcanon.nl) 

4. Ga aan de slag met je presentatie vandaag: onderwerp, woordweb, hoofdvraag

Aan het einde van de les heb je:

1. een onderwerp, een woordweb en een hoofdvraag 

Afsluiter

Je weet dat je in het Nederlands samenstellingen aan elkaar schrijft.