NPO-bloed les 3

BLOED
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

BLOED

Slide 1 - Diapositive

Les 3
- Weet je nog? (9.1 en 9.2 t/m blz. 21)
- Uitleg 9.2 vanaf blz. 22

Slide 2 - Diapositive

Bij mensen met een ernstige allergie zitten veel witte bloedcellen in het
bloed.
Wat is de functie van deze bloedcellen?
A
Afweer tegen ziekteverwekkers
B
Stolling van bloed
C
Transport (=vervoer) van zuurstof

Slide 3 - Quiz

Met welk nummer wordt
een witte bloedcel
aangegeven?
A
1
B
2
C
3

Slide 4 - Quiz

Welk bloeddeeltje kan een bloedvat dat niet beschadigd is verlaten?
A
Bloedplaatje
B
Rode bloedcel
C
Witte bloedcel
D
Bloedplaatje, rode bloedcel en witte bloedcel

Slide 5 - Quiz

Via welk onderdeel van het bloed wordt zuurstof vervoerd?
A
Bloedplaatje
B
Bloedplasma
C
Rode bloedcel
D
Witte bloedcel

Slide 6 - Quiz

Via welk bloedonderdeel wordt koolstofdioxide vervoerd?
A
Bloedplaatjes
B
Bloedplasma
C
Rode bloedcel
D
Witte bloedcel

Slide 7 - Quiz

Via welk onderdeel van het bloed worden stoffen zoals hormonen en medicijnen vervoerd?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de taak van bloedplaatjes?

Slide 9 - Question ouverte

Naam stelsel:

Stoffen:



Naam stelsel:

Stoffen:


Naam stelsel:
Proces:
ademhalingsstelsel
bloedvatenstelsel
Glucose
Glucose en zuurstof
zuurstof
Verterkingsstelsel
Verbranding
Spierstelsel

Slide 10 - Question de remorquage

Noem twee redenen waarom je sneller gaat ademen tijdens het sporten.

Slide 11 - Question ouverte

Bij bloedarmoede krijgen je organen te weinig zuurstof doordat er te weinig van een bepaald bloeddeeltjes is. Welke bloeddeeltjes worden hier bedoelt?

Slide 12 - Question ouverte

Wat zie je op de afbeelding?
A
Dubbele bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Kleine bloedsomloop

Slide 13 - Quiz

Wat is de taak van de kleine bloedsomloop?
A
Zuurstof naar de cellen brengen
B
Verbranding
C
Zuurstof opnemen
D
Glucose naar de cellen brengen

Slide 14 - Quiz

Welk begrip hoort bij welk bloedvat?
Ader
Haarvat
Slagader

Slide 15 - Question de remorquage

Dit bloedvat voert bloed naar het hart
A
Ader
B
Haarvat
C
Slagader

Slide 16 - Quiz

Dit bloedvat heeft kleppen
A
Ader
B
Haarvat
C
Slagader

Slide 17 - Quiz

Dit bloedvat licht diep in het lichaam
A
Ader
B
Haarvat
C
Slagader

Slide 18 - Quiz

Vanuit dit bloedvat gaat glucose en zuurstof naar de cellen
A
Ader
B
Haarvat
C
Slagader
D
Alle drie antwoorden zijn goed

Slide 19 - Quiz

De namen van de bloedvaten
- Bijna elke slagader heeft de naam van het orgaan waar het bloed naar toe brengt. Bijv. nierslagader brengt bloed naar de nieren
- Bijna elke ader heeft de naam van het orgaan vanaf waar het bloed komt. Bijv. nierader voert bloed van de nieren af

Slide 20 - Diapositive

Namen die afwijken van de regel op de vorige dia:
Aorta: grootste slagader in het lichaam. Vertakt zich in slagaders naar de organen
Holle aders: grootste aders in het lichaam. Verzamelen bloed van de andere aders en brengen het terug naar het hart

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Stoffen naar cellen
Glucose en zuurstof kunnen in de haarvaten het bloed verlaten om naar de cellen te gaan.

Koolstofdioxide gaat vanaf de cellen terug naar de haarvaten.

Slide 23 - Diapositive

Koolstofdioxide gaat vanuit de cellen terug naar de haarvaten. Wat gebeurt er vervolgens met deze koolstofdioxide?

Slide 24 - Question ouverte

In welk bloedvat is de bloeddruk het hoogst?
A
Ader
B
Haarvat
C
Slagader

Slide 25 - Quiz