2.1 en 2.2

2.1 en 2.2
Welkom!
Leerdoelen

2.1 Samen sta je sterker
2.2 Waar heb je recht op?
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2.1 en 2.2
Welkom!
Leerdoelen

2.1 Samen sta je sterker
2.2 Waar heb je recht op?

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 2.1
Je leert in deze paragraaf:
- Wat consumentenorganisaties voor jou als consument doen.
- Waar je als consument op kunt letten voor je iets koopt.
- Hoe je prijzen omrekent naar een standaardhoeveelheid.
- Hoe je sterker komt te staan als consument.
- Hoe je een prijsverschil in procenten uitrekent.

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 2.2
Je leert in deze paragraaf:
- Waarom je als consument bepaalde rechten hebt.
- Welke wetten je beschermen tegen onveilige producten.
- Welke wetten je een bedenktijd geven bij bepaalde aankopen.
- Waar je als consument je recht kunt halen.

Slide 3 - Diapositive

2.1 Samen sta je sterker (blz. 40)
Consumentenorganisaties komen op voor de belangen van de consument.
- Onpartijdige informatie geven.
- Rechten en plichten van de consument
- Acties voeren 

Slide 4 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van een consumentenorganisatie?
A
Blokker
B
Jumbo
C
ANWB
D
Makro

Slide 5 - Quiz

Vergelijkend warenonderzoek
Consumentenorganisaties vergelijken gelijksoortige producten van verschillende merken met elkaar op bijvoorbeeld prijs, kwaliteit, energieverbruik, hoe gezond het is.
Vergelijkingssites niet altijd betrouwbaar, want bedrijven kunnen betalen ervoor. 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Vergelijkend warenonderzoek
H
Hierboven zie je de uitslagen van een test van de consumentenbond

Slide 8 - Diapositive

Wie geeft de beste 'koop' informatie over een iPad?
A
de docent
B
een vriend
C
de consumentenbond
D
apple store

Slide 9 - Quiz

Welke hoort NIET tot de consumentenorganisaties?
A
ANWB
B
Vereniging Eigen Huis
C
IKEA
D
Consumentenbond

Slide 10 - Quiz

Welke term hoort bij:
De macht/kracht van de consument op wat de producent verkoopt.
A
Consumenten kracht
B
Kopers macht
C
Consumer Power
D
Danoontje Power

Slide 11 - Quiz

consumentenorganisaties doen onderzoek naar gelijksoortige producten van verschillende merken hoe heet zo'n onderzoek ?
A
vergelijkend warenonderzoek
B
merkonderzoek
C
producten onderzoek
D
prijs onderzoek

Slide 12 - Quiz

Prijs per standaard hoeveelheid
Om prijzen goed met elkaar te vergelijken is het handig om het om te rekenen naar een bepaalde hoeveelheid. Bijvoorbeeld 100 gram. Dit kan doormiddel van een verhoudingstabel.

Slide 13 - Diapositive

155 gram kip kost 3,85 euro. Bereken de kostprijs van een kilo kip.

Slide 14 - Question ouverte

Consumer power
Met een groep consumenten samen heb je invloed op wat er bijvoorbeeld in de schappen komt te liggen. Producenten worden dan gedwongen om rekening te houden met de wensen van de klanten. 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Welke term hoort bij:
De macht/kracht van de consument op wat de producent verkoopt.
A
Consumenten kracht
B
Kopers macht
C
Consumer Power
D
Danoontje Power

Slide 17 - Quiz

Keurmerk
Consumenten kunnen zien dat het aan bepaalde eisen voldoet, bijvoorbeeld voor dierenwelzijn, milieu, elektronica en webwinkels.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Vidéo

Mag iedereen een keurmerk beginnen?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

Is een keurmerk altijd betrouwbaar?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

Prijsverschil in procenten
Zoek het woordje DAN in de zin. Wat er achter dan staat, daar moet je hem door delen.

Slide 23 - Diapositive

En PS5 kost bij Coolblue 550 euro en bij Mediamarkt 565 euro. Hoeveel procent is Mediamarkt duurder dan Coolblue?

Slide 24 - Question ouverte

2.2 Waar heb je recht op? (p.44)
Consumentenrecht: een verzameling wetten en regels om de consument te beschermen bij de aankoop van een product.
Deugdelijk product: product moet bij normaal gebruik een bepaalde tijd meegaan.
Consumentenrecht geldt niet als je bij een particulier koopt; bijvoorbeeld via marktplaats. 

Slide 25 - Diapositive

Hoe heet een product dat bij normaal gebruik lang genoeg meegaat?
A
Degelijk product
B
Deugdelijk product
C
Goed product
D
Normaal product

Slide 26 - Quiz

Als consument heb ik altijd recht op ....
A
de beste prijs
B
een deugdelijk product
C
korting
D
geld terug

Slide 27 - Quiz

Onveilige producten.

- Warenwet: verbiedt verkoop van voedsel en andere producten die gevaarlijk zijn voor gezondheid en veiligheid.
- Wet productaansprakelijkheid: fabrikant is aansprakelijk als er schade ontstaat doordat zijn product niet goed werkt.

Slide 28 - Diapositive

Bedenktijd
Bedenktijd 14 dagen.
- Wet koop op afstand
- Colportagewet:  verkoop aan deur, op straat, verkoopdemonstraties, bus-  en bootreisjes. Moet gaan om minimaal €50!

Slide 29 - Diapositive

Welke wet geldt bij aankopen via internet?
A
Wet koop op afstand
B
Colportagewet
C
Warenwet
D
Internetwet

Slide 30 - Quiz

Welke wet gaat over verkoop aan de deur?
A
Colportagewet
B
Wet koop op afstand
C
Wet product-aansprakelijkheid
D
de Warenwet

Slide 31 - Quiz

De Colportagewet geldt bij producten met een minimale waarde van € .......
A
€ 5
B
€ 25
C
€ 50
D
€ 75

Slide 32 - Quiz

Waar haal je je recht?
- Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA): controleert veiligheid van voedsel en consumentenproducten.
- Autoriteit Consument & Markt (ACM): Let op eerlijk behandelen en eerlijk concurreren. Kan boetes uitdelen.
- Geschillencommissie: eerst zelf uitzoeken met producent, kom je er niet uit? Dan geschillencommissie. Deze uitspraak is bindend.

Slide 33 - Diapositive

Als de nieuwe wasmachine lekt, dan moet de verkoper betalen voor de schade volgens de ...
A
Colportagewet.
B
deugdelijk product.
C
Warenwet.
D
Wet productaansprakelijkheid.

Slide 34 - Quiz

Jij koopt in de winkel bedorven voedsel. Met welke regel is dat in strijd?
A
Deugdelijk product
B
Garantie
C
Warenwet
D
Wet productaansprakelijkheid

Slide 35 - Quiz

De NVWA controleert of men zich houdt aan de ...
A
Colportagewet
B
Warenwet
C
Wet koop of afstand
D
Wet productaansprakelijkheid

Slide 36 - Quiz