Familie dag 1 Nis

Wat ga je leren?
DAG 1
13 nieuwe woorden
**meervoud van de woorden
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat ga je leren?
DAG 1
13 nieuwe woorden
**meervoud van de woorden

Slide 1 - Diapositive

Familie 

Slide 2 - Diapositive

Welke woorden ken je over familie?

Slide 3 - Diapositive

Pak je schrift en je pen.

Slide 4 - Diapositive

Schrijf het woord in het Nederlands in jouw schrift. 
Schrijf het woord dan in jouw eigen taal. 

Slide 5 - Diapositive


Ibrahim 
Volodymyr 


                              Anastasiia                                Christian 
Razan
Matviei
David
Diazemba
Yusuf
Ebrar
Tymur 

Slide 6 - Diapositive

het gezin    ** de gezinnen

Slide 7 - Diapositive

de familie            ** families

Slide 8 - Diapositive

De familie
Het gezin

Slide 9 - Diapositive

de ouders

Slide 10 - Diapositive

de vader     **de vaders

Slide 11 - Diapositive

de moeder     **de moeders

Slide 12 - Diapositive

de zoon      **de zonen

Slide 13 - Diapositive

de dochter      ** de dochters

Slide 14 - Diapositive

de zus     **de zussen

Slide 15 - Diapositive

de broer      **de broers

Slide 16 - Diapositive

de grootouders

Slide 17 - Diapositive

de opa    **de opa's

Slide 18 - Diapositive

de oma     **de oma's

Slide 19 - Diapositive

het kleinkind **de kleinkinderen

Slide 20 - Diapositive

Pak je bordje en je stift.

Slide 21 - Diapositive

Schrijf het goede woord op

Slide 22 - Diapositive


A
de jongen en het meisje
B
de ouders
C
de auders
D
het ouders

Slide 23 - Quiz


A
de zoon
B
de broer
C
het broer
D
de vriend

Slide 24 - Quiz


A
de man
B
de baas
C
de ouders
D
de vader

Slide 25 - Quiz


A
de familie
B
het familie
C
het gezin
D
de famieli

Slide 26 - Quiz


A
de doochter
B
het kind
C
het meisje
D
de dochter

Slide 27 - Quiz

Wat hoor je?

Slide 28 - Question ouverte

Wat hoor je?

Slide 29 - Question ouverte

Wat hoor je?

Slide 30 - Question ouverte

Wat hoor je?

Slide 31 - Question ouverte

Wat hoor je?

Slide 32 - Question ouverte

familie en vrienden

Slide 33 - Carte mentale

Slide 34 - Diapositive

Weet je het ? Nog oefenen?

Slide 35 - Diapositive

Hoe goed weet je het nu?

Slide 36 - Diapositive

Werkboek
Ibrahim
 Volodymyr 
Matviei
David   Diazemba
                       Anastasiia                        Christian 
                           Klaar? >>Diglin
Diglin

Razan
Yusuf
Ebrar
Tymur 

Slide 37 - Diapositive

Maak werkbladen dag 1

Klaar?
Diglin

Slide 38 - Diapositive

Ik ga 
Jij gaat
U gaat
Hij gaat
Zij (ev) gaat
Wij gaan
Wij gaan
Jullie gaan
Zij (mv) gaan
met mijn auto
met jouw auto
met uw auto
met zijn auto
met haar auto
met onze auto (de)
naar ons huis (het)
met jullie auto.
met hun auto.

Slide 39 - Diapositive

Pak je bordje en je stift.

Slide 40 - Diapositive

Schrijf het goede woord op

Slide 41 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord

Is dit jouw pen?                                     Ja, dit is ........
Is dit mijn koffie?                                  Nee, dit is niet ...........
Is dit haar boek?
Is dit zijn tas?

Slide 42 - Diapositive

mijn-jouw-uw-zijn-haar-ons-onze-jullie-hun
1. Wij hebben kippen. Het zijn ____________ kippen.
2. Zij gebruikt medicijnen. Het zijn __________ medicijnen.
3. De man heeft een ring. Het is _____________ ring.
4. Jullie hebben laarzen. Het zijn _____________ laarzen.
5. Jij hebt een horloge. Het is ______________ horloge.
6. U heeft een aardige collega. Het is __________ collega.
7. Wij hebben een tuintje. Het is _________ tuintje.
8. Ik heb een klein huis. Het is ________ huis.
9. Mijn ouders hebben een winkel. Het is _________ winkel.
10. Mijn zus heeft een man. Hij is _____________ zwager.

Slide 43 - Diapositive

Weet je het ? Nog oefenen?

Slide 44 - Diapositive

Woorden in het meervoud
twee leerlingen
twee groepen
twee boeken
twee deur..
twee lampen
twee stoel..
twee kast..
twee gang..
twee bord..
twee stop-
contact..

Slide 45 - Diapositive