Startrekenen 1F/2F herhaling H1 helemaal

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Startrekenen 1F/2F

We oefenen hoofdstuk 1 op de computer en met de juf

Wat gaan we doen?

1. Herhalen/oefenen hoofdstuk 1. SAMEN

2. Computer OF met de juf oefenen

Opdracht met wisbordjes

eenheden

tientallen

honderdtallen

duizendtallen

7

300

4.000

20

Welk getal was het?

Opdracht met wisbordjes

Geef voorbeeld van:

- Oneven getal

- Even getal

- >

- <

- =

Sophia Sh., Jagna, Khalid, Andreea, Melina, Sofiia N, Misha, Stanislav S, Francesca, Hadeer, Denys: 

Met de juf, uitleg hoofstuk 1

Diana, Alina, Anastasiia, Yeheniiia, Yevhen, Tymur, Liza, Sofiia St., Stas, Ksenia:

Op de computer studiemeter: verder werken

Nieuwe woorden

Cijfer: 0,1,2,3,4,5,6,7,8,9

Getal: Je maakt een getal met cijfers. 

Dus: 12, 45, 652, 9876 -> getallen. 

Het getal 12 heeft 2 cijfers. 

Nieuwe woorden

Getallenlijn

< kleiner dan

> groter dan

=

van klein naar groot

van groot naar klein

Waarde van getallen:

De plaats van een cijfer in een getal bepaalt de waarde van het cijfer.

E                  Eenheid                 1

T                  Tiental                    10

H                  Honderdtal          100

D                  Duizendtal           1000

Grote getallen

4.789.235

4 = miljoental (M)

7 = honderdduizendtal (HD)

8 = tienduizendtal (TD)

9 = duizendtal (D)

2 = honderdtal (H)

3 = tiental (T)

5 = eenheid (5)

Dus:

De 4 is 4.000.000 waard

De 7 is 700.000 waard

De 8 is 80.000 waard

De 9 is 9.000 waard

De 2 is 200 waard

De 3 is 30 waard

De 5 is 5 waard