Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Terugblik: De gecorrigeerde netto baten van betaald werk bedragen?
A
85
B
50
C
35
D
-35
Slide 2 - Quiz
Leerdoelen
Je kunt rekenen met een budgetlijn en veranderingen van de budgetlijn in verschillende contexten toepassen.
Slide 3 - Diapositive
§ 1.2 Kiezen of delen
Wat kun je kiezen?
Kernwoorden:
- budget
- budgetlijn
Slide 4 - Diapositive
Het budget
Als je alle middelen die iemand heeft bij elkaar optelt, krijg je het budget.
Slide 5 - Diapositive
Voorbeeld
Je hebt een budget van € 6,- per week voor broodjes bij de kantine. Een belegd broodje kost €1,50 en een saucijzenbroodje kost €1,-. Je kunt dan kiezen uit de volgende mogelijkheden:
Slide 6 - Diapositive
Voorbeeld
Je hebt een budget van € 6,- per week voor broodjes bij de kantine. Een belegd broodje kost €1,50 en een saucijzenbroodje kost €1,-. Je kunt dan kiezen uit de volgende mogelijkheden:
Slide 7 - Diapositive
De budgetlijn
Je kunt dit laten zien a.d.h.v. een budgetlijn:
Slide 8 - Diapositive
De algemene vergelijking van een budgetlijn is als volgt:
budget = (prijs goed 1 x aantal goed 1) + (prijs goed 2 x aantal goed 2)
In ons voorbeeld:
6 = 1,50 x aantal broodjes + 1 x aantal saucijzenbroodjes
Slide 9 - Diapositive
Verschuiving budgetlijn
Als het budget of de prijs van de producten verandert, verandert ook de budgetlijn.
Stel dat de prijs van
saucijzenbroodjes stijgt
naar €1,50.
Dan wordt de nieuwe
budgetlijn:
Slide 10 - Diapositive
Verschuiving budgetlijn
Als het budget of de prijs van de producten verandert, verandert ook de budgetlijn.
Stel dat de prijs van
saucijzenbroodjes stijgt
naar €1,50.
Dan wordt de nieuwe
budgetlijn:
Slide 11 - Diapositive
Stel dat vervolgens je budget stijgt naar €7,50.
Dan wordt de nieuwe budgetlijn:
Slide 12 - Diapositive
Oefensom
Gegeven is dat iemand een budget heeft van € 10. Hij koopt daarvan appels en bananen. Een appel kost € 0,25 en een banaan € 0,50.
1) Stel de vergelijking van de budgetlijn op.
2) Teken de budgetlijn. Bananen verticaal en appels horizontaal.
Stel dat prijs van bananen stijgt.
3) Hoe verschuift de budgetlijn? (Maak schetsje.)
Slide 13 - Diapositive
Uitwerking oefensom
1) 10 = 0,25 x qa + 0,50 x qb
2)
3)
Slide 14 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt rekenen met een budgetlijn en veranderingen van de budgetlijn in verschillende contexten toepassen.