Les NT2

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 3

Nederlands

Welkom in de allerlaatste les van dit jaar!

Ik ga (...) (...) vliegtuig op vakantie.

1. Op het
2. In de
3. Op de
4. Met het

Vooruit met de (...)

1. Wessam
2. Geit
3. Kar
4. Viool

Maak het spreekwoord af:

Wat de boer niet kent...

1. Kweekt hij niet
2. Eet hij niet
3. Ziet hij niet
4. Groeit ook niet

Welk woord hoort op de puntjes?

"Men moet geen slapende (...) wakker maken.

1. Mannen
2. Dieren
3. Uilen
4. Honden

Welk woord hoort op de puntjes?

"Dat is zoeken naar de (...) in de hooiberg."

1. Speld
2. Spin
3. Strohalm
4. Draad

Welk woord hoort op de puntjes?

Als de kat van huis is, dansen de (...) op tafel

1. Honden
2. Vogels
3. Muizen
4. Mensen

Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn...

1. Kennis
2. Kinderen
3. Resultaten
4. Gasten

Welk toetje is typisch Nederlands?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat betekent

"Jong bier moet gisten"?

1. Jongeren moeten plezier kunnen maken
2. Jongeren moeten fouten maken om te leren
3. Jongeren moeten niet teveel belast worden
4. Jongeren hebben ouderen nodig als goede voorbeeld

Wat betekent
"Zoals de wind waait, waait zijn jasje"?

1. Hij gaat kan heel snel.
2. Hij verandert steeds zijn mening naar de mening van de rest van de groep.
3. Alles verloopt bij hem voorspoedig.
4. Hij zit iemand dwars.

Ik ga (...) (...) fiets naar school.

1. In het
2. In de
3. Op de
4. In de

Achter de (...) schijnt de zon.

1. Horizon
2. Bomen
3. Vensters
4. Wolken

Wanneer heb je een loopneus?

1. Als je verkouden bent
2. Als je een puistje hebt
3. Als je je neus achterna loopt
4. Als iets heel erg stinkt

Lachen als een (...) met kiespijn.

1. Boer
2. Tandarts
3. Leraar
4. Student

De (...) valt niet ver van de boom

1. Tak
2. Vogel
3. Appel
4. Peer

Wat zeggen we ook wel van iemand die veel humor heeft?

1. Wat een gek is dat!
2. Wat een malloot is dat!
3. Wat een grapjas is dat!
4. Wat een gast is dat!

Welk tegenovergestelde is onjuist?

1. Donker - Licht
2. Boven - beneden
3. Recht - Links
4. Heet - Koud

Wat is er met iemand die "een stuiterbal" is?

1. Diegene kan goed voetballen
2. Diegene kan goed basketballen
3. Diegene kan zich heel goed focussen
4. Diegene is heel druk