G2MH - Hoofdstuk 4

Welkom bij Nederlands
Op tafel heb je liggen:
  •  Lesboek;
  •  Moduleboekje 'Fictie en poëzie';
  •  Schrift;
  •  Pen.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands
Op tafel heb je liggen:
  •  Lesboek;
  •  Moduleboekje 'Fictie en poëzie';
  •  Schrift;
  •  Pen.

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
  • Aan de slag met het moduleboekje 'Fictie en poëzie'.  

Slide 2 - Diapositive

Misdaad 

Slide 3 - Diapositive

Opdracht
Maak opdracht 1 en 2 uit je Nieuw Nederlands lesboek.
  

Je vindt deze opdrachten in op bladzijde 180.

Slide 4 - Diapositive

4.1. Wisseling van tijd, plaats of perspectief
  • Waar het verhaal zich afspeelt, is van groot belang (bepaalt de sfeer);
  • Tijd speelt ook een belangrijke rol. Een verhaal kan zich in een bepaalde tijd afspelen (afhankelijk van het genre);
  • De schrijver kan ook met de tijd spelen om spanning te creëren. Vb. Chronologisch of niet-chronologisch, flashbacks of flashforwards, tijd versnellen of vertragen.

Slide 5 - Diapositive

  • Een standpunt (perspectief);
  • Je leest het verhaal vanuit het ik-perspectief of het hij/zij-perspectief;

Door met tijd, plaats of perspectief te spelen, kan de schrijver:
  • Nieuwsgierigheid opwekken;
  • De spanning van een verhaal opbouwen;
  • Kleine beetjes informatie geven over bepaalde tijdstippen of plaatsen in het verhaal of over bepaalde personages. 

Slide 6 - Diapositive

Opdracht
Maak opdracht 3 uit je Nieuw Nederlands lesboek.

Je vindt deze opdrachten in op bladzijde 182.

Slide 7 - Diapositive

4.2. Spanning door sfeer en ruimte
De plaats waar een verhaal zich afspeelt, kan de sfeer van een verhaal bepalen;
Een verhaal voelt dan op een bepaalde manier aan, doordat de omgeving daarop inspeelt;
De omgeving - ruimte en plaats - zorgen voor een bepaalde sfeer of gemoedstoestand;
De ruimte is de plaats waar het verhaal zich afspeelt.

Slide 8 - Diapositive

Opdracht
Maak opdracht 4, 5 en 6 uit je Nieuw Nederlands lesboek.

Je vindt deze opdrachten in op bladzijde 183 - 187.

Slide 9 - Diapositive

4.3. Spanning door cliffhanger
  • Een verhaal kan je spannend maken door bijvoorbeeld de tijd te versnellen/vertragen of door een snelle wisseling van tijd plaats of perspectief in het verhaal te plaatsen;
  • Cliffhanger: 'Een onderbreking van het verhaal op een spannend moment';
  • Je wilt weten hoe het verhaal afloopt, of verdergaat;
  •  Denk ook aan series of films.

Slide 10 - Diapositive

Opdracht
Maak opdracht 7 uit je Nieuw Nederlands lesboek.
  

Je vindt deze opdrachten in op bladzijde 187.

Slide 11 - Diapositive