taalquiz thema 6

Themawoord:
de fantasie
A
Wat je verzint, het is niet echt
B
Wat echt is gebeurd
1 / 15
suivant
Slide 1: Quiz
TaalBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Themawoord:
de fantasie
A
Wat je verzint, het is niet echt
B
Wat echt is gebeurd

Slide 1 - Quiz

beschrijving:
graag willen helpen
A
gemeen
B
lui
C
behulpzaam

Slide 2 - Quiz

Wat is een symbool?
A
B
C

Slide 3 - Quiz

themawoord:
de beugel
A
een leuk boek
B
ijzeren band in je mond
C
een foto

Slide 4 - Quiz

Wanneer zeg je dit?
Even naar het vogeltje kijken!
A
bij de fotograaf
B
bij de tandarts
C
in het museum

Slide 5 - Quiz

themawoord:
klappertanden
A
je maakt een foto
B
je tanden tikken tegen elkaar aan
C
je staart iemand aan

Slide 6 - Quiz

Wat is een apenstaartje?
A
B
C

Slide 7 - Quiz

beschrijving:
Een foto of schilderij van de natuur
A
het landschap
B
het humeur

Slide 8 - Quiz

Wat is een cartoon?
A
B
C

Slide 9 - Quiz

themawoord:
de voorgrond
A
dat wat dichtbij is
B
dat wat ver weg is, maar je ziet het wel

Slide 10 - Quiz

Welke kat heeft er hier een goed humeur?
A
B

Slide 11 - Quiz

Staat de koe op de
voorgrond of achtergrond?

->
A
voorgrond
B
achtergrond

Slide 12 - Quiz

beschrijving:
Je kijkt van buiten naar binnen, omdat je niet gezien wilt worden
A
je bent behulpzaam
B
je bent aan het gluren
C
je bent aan het knipogen

Slide 13 - Quiz

Themawoord:
Één oog dicht doen terwijl je iemand aankijkt
A
knipogen
B
aanstaren

Slide 14 - Quiz

Themawoord:
staren
A
Je kijkt een tijdje naar één punt
B
Je speelt in de speeltuin

Slide 15 - Quiz