Criminaliteit H6

Criminaliteit H6
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Criminaliteit H6

Slide 1 - Diapositive

Programma 
1. Terugblik (5 min.) 
2. Uitleg: Van vervolging naar officier (15 min.)
3. Vragen maken (15 min.) 
4. Bespreken vragen (10 min.)



Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen 
  • Je kunt uitleggen wat het strafrecht is 
  • Je kunt uitleggen wat de belangrijkste regels/uitgangspunten van het strafrecht zijn 
  • Je kent de verschillen tussen het gewone strafrecht en het jeugdstrafrecht 
  • Je kent de rechten van een verdachten 

Slide 3 - Diapositive

Terugblikvraag (1p)
Een PIJ-maatregel wordt ook wel jeugd-tbs genoemd en kan dus
overgaan in tbs voor volwassenen.
 Staat bij de veroordeling tot een PIJ-maatregel al vast hoe lang de
veroordeelde behandeld gaat worden?
Doe het zo: neem het onderstaande over en vul het antwoord aan.
Ja, dat staat al vast, want …
of
Nee, dat staat nog niet vast, want … 

Slide 4 - Diapositive

Antwoord terugblikvraag 
maximumscore 1
Nee, dat staat nog niet vast, want (een van de volgende):
 tbs kan steeds verlengd worden.
 tbs is een maatregel voor onbepaalde tijd.
 de PIJ-maatregel kan 1 of 2 keer verlengd worden.
Opmerking
Het scorepunt alleen toekennen bij een juiste combinatie van antwoorden.

Slide 5 - Diapositive

Taken van de politie 
  1. Handhaven van de openbare orde: Bv. Optreden bij demonstraties en rellen 
  2. Hulpverlening: Bv. Helpen bij verkeersongeval 
  3. Opsporing: Oplossen strafbaar feit/delict 
  4. Preventie: Maatregelen om misdaad te voorkomen. Bv. Surveillance, gesprekken voeren. 
  5. Dienstverlening: Bv. Advies geven en service bieden 
  6. Opstellen proces verbaal: Een officieel schriftelijk verslag                                                                          van het politieonderzoek naar een misdrijf

Slide 6 - Diapositive

Bevoegdheden politie
  1. Staande houden: Iemand laten stilstaan en om zijn persoonlijke gegevens vragen  
  2. Bekeuring geven 
  3. Aanhouden: Iemand meenemen naar het politiebureau
  4. Vasthouden: Max. 9 uur 
  5. Fouilleren: Kleding van een verdachte onderzoeken 
  6. Geweld gebruiken: Overheid heeft monopolie op geweld: mogen als enige in bepaalde situaties geweld gebruiken 

Slide 7 - Diapositive

Officier van Justitie (OM): Taken
  •  Geef leiding aan het politieonderzoek
  • Beoordeelt het verzamelde bewijs (Procesverbaal)
  • Eist in de rechtszaak een bepaalde straf 
  • Zorgt dat de straf wordt uitgevoerd  

Slide 8 - Diapositive

Officier van Justitie (OM)
  • Beoordeelt het verzamelde bewijs (Procesverbaal):
  1. Vervolgen: OM stapt naar de rechter
  2. Seponeren: OM gaat niet over tot vervolging: zaak is ten einde  (soms met voorwaarden
  3. Schikking: 
  • Transactie: Deal tussen verdachte en OM: geldbedrag (niet altijd schuldig)
  • Strafbeschikking: Deal tussen verdachte en OM (schuld staat vast)


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Waarom mag de politie in Nederland niet zomaar vragen naar een
identificatiebewijs?
Dat mag niet zomaar, omdat
A
De burgers beschermd moeten worden tegen willekeur van de overheid.
B
De politie eerst moet bewijzen dat je iets strafbaars hebt gedaan.
C
De gemeenteraad eerst toestemming moet verlenen aan de politie.
D
Een rechter eerst toestemming moet geven aan een officier van justitie.

Slide 11 - Quiz

Opdracht (15 min)
  • Maak H5 vraag 9, 10 en 17
  • Klaar?  
  1. Vul de begrippenlijst H6 in. 
  2. Maak de oefentoets (zie Teams)

Slide 12 - Diapositive