Grammatica: keuzevoorzetsels



We oefenen
Keuzevoorzetsels
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon



We oefenen
Keuzevoorzetsels

Slide 1 - Diapositive

Weet je nog?
Je leerde al de voorzetsels met de 2e, 3e en 4e naamval. 
Hoe zat het ook al weer?

Slide 2 - Diapositive

Welke voorzetsels horen bij welke categorie? Slepen maar!
Voorzetsels + 3
Voorzetsels + 4
durch 
nach
entgegen
mit
für
entlang
ohne
bei
zu
seit
bis
von
um
aus
gegen
gegenüber
außer

Slide 3 - Question de remorquage

Nog even oefenen...
Er fährt mit dies...  exzellent... Reporter (m) in Urlaub. 
Je ziet het woord 'diesem' staan, dit betekent dat we te maken hebben met de der-Gruppe.
Kijk in het rijtje mannelijk (m) bij de der-Gruppe.
Welke naamval heeft 'mit diesem gut---- Sänger'? 
Mit is een voorzetsels met de 3e naamval.
A
dieser exzellente
B
diesem exzellenten
C
dieser exzellenten
D
diese exzellenten

Slide 4 - Quiz

Er kann nicht ohne sein... neu... Handy (o).
A
sein neues
B
seines neue
C
seinem neuen
D
seine neue

Slide 5 - Quiz

Nach ein… lang... Weile (v) kam er endlich wieder nach Hause.
A
eine lange
B
eine langer
C
einer langen
D
einer lange

Slide 6 - Quiz

En... hoe ging dat?
Als je meer wilt oefenen, bekijk dan de LessonUp over de voorzetsels nog eens. 
Daar vind je extra oefenmateriaal.

Slide 7 - Diapositive

Keuzevoorzetsels
Vandaag leren jullie een nieuwe groep voorzetsels: 
de keuzevoorzetsels.

Lees ter inleiding de grammatica in je boek (S. 99)
en / of
Bekijk dit filmpje: 
Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 8 - Diapositive

Laten we eens kijken of jullie het doorhebben

Slide 9 - Diapositive

Meine Mutter sitzt in … Küche (v).
A
die
B
der
C
das
D
dem

Slide 10 - Quiz

Meine Mutter sitzt in der Küche
Waar zit mijn moeder? --> in de keuken 

Geeft een rust / plek aan, dus 3e naamval

Slide 11 - Diapositive

Das Heft fällt auf … Boden (m)
A
der
B
des
C
dem
D
den

Slide 12 - Quiz

Das Heft fällt auf den Boden
Het schrift valt op de grond --> beweging, actie (= 4e naamval)

Slide 13 - Diapositive

Der Ball liegt unter ….. Auto (o).
A
der
B
die
C
das
D
dem

Slide 14 - Quiz

Der Ball liegt unter dem Auto
Waar ligt de bal? --> onder de auto 

 Geeft een rust / plek aan, dus 3e naamval

Slide 15 - Diapositive

Ich hänge das Bild an … Wand (v).
A
die
B
der
C
dem
D
das

Slide 16 - Quiz

Ich hänge das Bild an die Wand.
Ik hang het schilderij aan de muur --> beweging, actie 

(= 4e naamval)

Slide 17 - Diapositive

Voor V4.du1:
Maak nu opdracht 45 en 47 uit je boek. 
Noteer de antwoorden in je schrift.

Slide 18 - Diapositive

Keuzevoorzetsels - nog lastig?
Bekijk dan deze uitlegfilmpjes:




of oefen met deze sites (zie volgende slides): 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

Slide 21 - Lien

Slide 22 - Lien

Slide 23 - Lien