les 1: Het weer (assessmentles)

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

 Weer en klimaat 

Les 1: de weerelementen

Planning tot de zomervakantie

Streefdatum thema water: woensdag 10 mei

Nieuw thema weer en klimaat

Streefdatum 16 juni: inleveren presentatie weerbericht + poster

- Weerelementen 

- klimaat in NL en de wereld

- klimaatverandering 

Waar denk je aan bij 'het weer'?

Wie is er op vakantie geweest in de meivakantie?

Leerdoelen rood

Je beschrijft wat weer is.

Je beschrijft het weerelement 'temperatuur'.

Je beschrijft het weerelement ‘wind’.

Je beschrijft het weerelement ‘neerslag’.

Je beschrijft het weerelement ‘bewolking’.

Leerdoelen wit 

Je legt uit wat weer is.

Je legt het weerelement 'temperatuur' uit.

Je legt het weerelement ‘wind’ uit.

Je legt het weerelement ‘neerslag’ uit.

Je legt het weerelement ‘bewolking’ uit.

Kijkvraag

We gaan kijken naar het weerbericht. 

Welke begrippen of woorden over het weer gebruikt de weerman?

Begrippen of woorden over het weer

Hoe ontstaat het weer? 

Het weer is de toestand van de dampkring op een bepaald moment en op een bepaalde plaats. De zon heeft hier een grote invloed op!

Het weer is dus plaatselijk en tijdelijk. 

De vier weer elementen 

temperatuur

hoeveelheid wind

neerslag

bewolking

Wat heeft de grootste invloed op het weer?

1. Bewolking
2. Zon
3. Wind
4. Neerslag

Temperatuur 

De temperatuur geeft aan hoe warm of koud het is.

De zonnestralen bereiken de evenaar eerder. Ze zijn dan nog warm en krachtig.

Oceaan en windrichting

Relief (bergen)

Op welke plek is de temperatuur gemiddeld het hoogst?

1. Europa
2. Bij de zuidpool
3. Bij de evenaar
4. Spanje

Je gaat in de zomer naar het strand. De wind komt vanaf de zee. Het windje geeft nu:

1. Verkoeling
2. Extra warmte

Wind

Wind is lucht die zich verplaatst. 

Je kunt de wind niet zien maar wel voelen.

www.windy.com

Neerslag

Neerslag is water dat in verschillende vormen uit de dampkring valt. 

De meeste neerslag valt in de vorm van regen, sneeuw of hagel.

Welke vorm van neerslag komt er het vaakst in Nederland voor?

1. Regen
2. Sneeuw
3. Hagel
4. Mist

Bewolking

Een wolk bestaat uit een heleboel waterdruppeltjes bij elkaar in de dampkring. De waterdruppeltjes samen vormen een wolk. Wolken veranderen steeds van vorm en bewegen door wind.

Met welk weerelement start de waterkringloop?

1. Wind
2. Bewolking
3. Neerslag
4. Temperatuur (zon)

Begrippen van deze les

Weerelement

Het weer

Neerslag

Temperatuur

Wind

Windrichting

Windkracht of windsnelheid

Bewolking

Klimaat  

Wat ga je doen?

Allen: uitleg van de opdracht.

Rood: Je gaat aan de slag met de opdracht.

Wit: 1. Verdieping van de Lessonup.

2. Daarna aan de slag met de opdracht.

De verwerkingsopdracht

Wat: je maakt een verwerkingsopdracht die past bij jouw leervoorkeur.

Hoe: In twee of drietallen met dezelfde leervoorkeur. De groepjes zijn door de docent gemaakt!

Hulp: je buurman/vrouw – vinger opsteken

Tijd: 1 minuut om klaar te zitten en 30 minuten om te werken.

Klaar: rood en wit ga aan de slag met de opdrachten in de learningportal -> week 19

Uitkomst: je hebt de weerelementen en belangrijke begrippen beschreven op een poster of mindmap of kahoot.

Huiswerk

Maak 2 foto's van wolken die je mooi vindt