Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoe gaat het vandaag met jullie?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Sondage
Kletspraat
Heb je een bijbaan? Zo ja, waar werk je?
Slide 3 - Question ouverte
Je werkt op een schapenbedrijf. Het valt je op dat de schapen last hebben van grote blaren rond en in de bek en op de uier en de ooien minder melk geven. Welke zoönose hebben zij waarschijnlijk?
A
Mond-en-klauwzeer (MKZ)
B
Zere bekjes (Ecthyma)
C
COVID-19
D
Vogelgriep
Slide 4 - Quiz
Enkele dagen nadat je contact hebt gehad met vogels krijg je griepklachten als koorts, hoesten, hoofdpijn, spierpijn en benauwdheid. Welke zoönose heb je opgelopen?
A
Tuberculose
B
Papegaaienziekte
C
Botulisme
D
Ziekte van Lyme
Slide 5 - Quiz
Enkele dagen nadat je een dode vogel hebt aangeraakt wordt je erg misselijk. Daarnaast zie je dubbel en krijg je na een week moeite met praten en bewegen. Welke zoönose heb je opgelopen?
A
Papegaaienziekte
B
Tuberculose
C
Botulisme
D
Ziekte van Weil
Slide 6 - Quiz
Je wordt in het buitenland gebeten door een hond. Na 6 maanden krijg je koorts, hoofdpijn en braken, doen licht en geluid pijn en ben je bang voor water. Welke zoönose heb je opgelopen?
A
Mond-en-klauwzeer (MKZ)
B
Hondsdolheid
C
COVID-19
D
Vogelgriep
Slide 7 - Quiz
Je wordt gebeten door een muis. Na een week krijg je last van hoofdpijn, buikpijn, misselijkheid en spierpijn en worden je huid en slijmvliezen geel. Welke zoönose heb je opgelopen?
A
Zere bekjes
B
COVID-19
C
Hantavirus
D
Vogelgriep
Slide 8 - Quiz
Je hebt vorige week contact gehad met fretten. Nu heb je griepklachten als koorts en hoesten, spierpijn en hoofdpijn en kan niet meer ruiken en proeven. Welke zoönose heb je opgelopen?
A
Hondsdolheid
B
Hantavirus
C
COVID-19
D
Mond-en-klauwzeer (MKZ)
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Schimmels
Slide 11 - Carte mentale
Slide 12 - Diapositive
Welke bewering(en) zijn waar? 1. Gisten zijn eencellige schimmels. 2. Ringworm is geen schimmel, maar een worm.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Welke bewering(en) zijn waar? 1. Huidschimmel verdwijnt meestal vanzelf zonder behandeling. 2. Een dier dat heel veel jeuk heeft en zichzelf voortdurend krabt, zou wel eens huidschimmel kunnen hebben.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar
Slide 16 - Quiz
Noem 3 maatregelen die je kan nemen om besmetting met schimmels te voorkomen.
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
De levenscyclus van Toxoplasmose bestaat uit zowel eind- als tussengastheren. Leg het verschil uit tussen eindgastheren en tussengastheren.
Slide 21 - Question ouverte
Slide 22 - Diapositive
Welke dieren zijn de eindgastheren in de levenscyclus van Toxoplasmose?
A
Honden
B
Katten
C
Mensen
D
Knaagdieren
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Diapositive
Leg uit waarom zwangere vrouwen nooit een kattenbak mogen verschonen.
Slide 25 - Question ouverte
Slide 26 - Diapositive
Noem 3 maatregelen die je kan nemen om besmetting met toxoplasmose te voorkomen.
Slide 27 - Question ouverte
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Welke bewering(en) zijn waar? 1. Alle soorten Giardia zijn zoönosen. 2. Mensen kunnen elkaar onderling besmetten met Giardia.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar
Slide 30 - Quiz
Noem 3 manieren waarop besmetting met Giardia kan optreden.
Slide 31 - Question ouverte
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Noem 3 maatregelen die je kan nemen om besmetting met E. cuniculi te voorkomen.
Slide 34 - Question ouverte
Je werkt op een hondenkennel. Op een dag merk je dat je last krijgt van buikpijn en stinkende diarree, die weken aanhoudt zonder te stoppen. Welke zoönose heb je opgelopen?
A
Huidschimmels
B
Toxoplasmose
C
Giardiasis
D
E. Cuniculi
Slide 35 - Quiz
Als je op een dag je konijn gaat voeren valt je op dat het dier gestopt is met eten, continu rondjes draait, niet meer recht kan lopen en zijn kop voortdurend scheefhoudt. Welke zoönose heeft je konijn opgelopen?
A
Huidschimmels
B
Toxoplasmose
C
Giardiasis
D
E. Cuniculi
Slide 36 - Quiz
Je hebt de kattenbak van je kat verschoond. Na enkele weken krijg je last van koorts, hoofdpijn, dikke lymfeklieren, keelpijn en spierpijn. Welke zoönose heb je opgelopen?