Water in beweging

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

H4: Water: Soms te veel, vaak te weinig

§2 Water in beweging

De hoeveelheid water op aarde verandert

1. Waar
2. Niet waar

Faseovergangen

Condens op een raam

Bevriezen

De waterkringloop

Infiltratie

Vloeibaar naar gasvormig

Gasvormig naar vloeibaar

Opgeslagen in de vorm van ijs

Motor van de kringloop van het water

Oppervlaktewater

Verschillende "omwegen" die het water maakt bij de lange kringloop van het water

1. Via het oppervlaktewater
2. Infiltratie (via grondwater)
3. Opgeslagen in ijskappen op polen en in bergen

      

Waarvoor gebruiken we water?

Watergebruik:

• Huishoudens
• Landbouw
• Industrie

Er is niet altijd voldoende zoet water beschikbaar:

• Weinig neerslag
• Neerslag in de winter
• Neerslag in dunbevolkte gebieden

Op mondiaal schaalniveau maken we onderscheid in droge en natte gebieden.

De waterkringloop wordt aangedreven door ...

1. Rivieren
2. Gletsjers
3. Verdamping
4. De zon

Wat is de korte waterkringloop?

1. De waterkringloop boven een rivier
2. De waterkringloop op een berg
3. De waterkringloop boven zee
4. De waterkringloop in de wolken

De overgang van vloeibaar water naar water in de vorm van gas, noemen we ...

1. Verdamping
2. Condensatie
3. Smelten
4. Stollen

De spiegel in de badkamer beslaat, dit is ...

1. Stollen
2. Smelten
3. Verdampen
4. Condenseren

Waterdamp is ...

1. Zichtbaar
2. Onzichtbaar

Huiswerk

• Maak een samenvatting van §2
• Maak de opdrachten van par §2
• Leer §2

Paragraaf 4 

Soms te veel water...

Zonder het boek te gebruiken.
Op welke manieren kan een gebied overstromen?

Risicogebieden voor overstromingen

1) Rivier en kustvlaktes                                                       (N)
2) Voet van de berg met rotsige ondergrond           (N)
3) Combinatie smeltseizoen en regenseizoen       (N)
4) Gebieden met tropische orkanen                            (N)
5) Gebieden met veel ontbossing                                 (M)
6) 'versteende' gebieden                                                   (M)

Wat kun je doen om deze problemen te voorkomen? Noem een risicogebied en de oplossing!

Huiswerk

LEZEN: 4.3 en 4.4 
MAKEN: Opdrachten 4.3 AF! 
en enkele opdrachten 4.4 
(zie bord)