VWO H34 Direct costing - Les 2

VWO H34 Direct costing- Les 2
34.3 Hulpmiddel voor keuze 


1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

VWO H34 Direct costing- Les 2
34.3 Hulpmiddel voor keuze 


Slide 1 - Diapositive

Vorige les
  • Direct costing; hoe werkt het? 
  • Bedrijfsresultaat berekenen op basis van direct costing

Slide 2 - Diapositive

Planning
Toetsweek: bedrijfseconomie donderdag 11 februari
hoofdstuk 30 t/m 34 - weging 25% overgang 

Maandag laatste paragraaf 34.4 en starten met oefentoets 

(Huiswerk-) opgave 34.8 B - kort toegelicht
Kern van paragraaf 34.4 

Slide 3 - Diapositive

Even een compliment...

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Een ander woord voor contributiemarge is ...
timer
1:00

Slide 6 - Question ouverte

Voor het berekenen van de dekkingsbijdrage gebruik ik de verkoopprijs....
A
inclusief btw
B
exclusief btw

Slide 7 - Quiz

De dekkingsbijdrage is de verkoopprijs exclusief btw minus ...
A
de inkoopwaarde
B
de overige variabele kosten
C
de inkoopwaarde en de overige variabele kosten
D
alle kosten

Slide 8 - Quiz

Ik heb opgave 34.8 A en B gemaakt
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Opgave 34.8 B
Bereken het begroot bedrijfsresultaat

timer
3:00

Slide 10 - Question ouverte

Hoe los je opgave 34.8 A en B op? 
   omzet 
-  inkoopwaarde van de omzet
= brutowinst
-  overige variabele kosten
= dekkingsbijdrage 
-   constante kosten
= nettowinst

€ 780.000        = 100%
-  ..............................( ? %  van de omzet)
= .............................. (30% van de omzet)
-  .............................. (12% van de omzet)
= ..................................
-  € 120.000
= nettowinst

Slide 11 - Diapositive

Hoe los je opgave 34.8 A op? 
   omzet 
-  inkoopwaarde van de omzet
= brutowinst
-  overige variabele kosten
= dekkingsbijdrage 
-   constante kosten
= nettowinst

780.000             = 100%
-  ..............................( ? %  van de omzet)
= €234.000           (30% van de omzet)
- €   93.600           (12% van de omzet)
= € 140.400
-  € 120.000
= €   20.400

Slide 12 - Diapositive

Begroot bedrijfsresultaat 
   Begrote afzet x dekkingsbijdrage per product 
- Totale toegestane constante kosten 
= Begroot bedrijfsresultaat 

Slide 13 - Diapositive

34.3 Hulpmiddel voor keuze
uitgebreide uitleg in offline gedeelde les 

Slide 14 - Diapositive

Kan Arno alle 4 de projecten accepteren?

Slide 15 - Diapositive

Dekkingsbijdrage = verkoopprijs - totale variabele kosten =€10.000 - €4.000 - 60 x €30 = € 4.200

Slide 16 - Diapositive

Hoe bereken je de dekkingsbijdrage van project 1?

Slide 17 - Diapositive

Welke projecten accepteert Arno? 

Slide 18 - Diapositive

Welke projecten accepteert Arno? 1, 3 en 4. Project 2 levert verlies op.

Slide 19 - Diapositive

Arno accepteert project 1, 3 en 4. Wat is het begroot  bedrijfsresultaat? 

Slide 20 - Diapositive

Begroot  bedrijfsresultaat = (€ 4.200 + € 7.000 +
€ 8.500) - € 15.000 = € 4.700

Slide 21 - Diapositive

Het personeel komt vast in dienst, kosten € 21.000 per jaar; wat veranderd er aan de berekening? 

Slide 22 - Diapositive

Het personeel komt vast in dienst, de loonkosten zijn niet meer variabel; verkoopprijs-materiaal = dekkingsbijdrage

Slide 23 - Diapositive

Wat is nu het begroot bedrijfsresultaat? 

Slide 24 - Diapositive

Wat is nu het begroot bedrijfsresultaat? (€ 6.000 + € 3.000 + 
€ 13.000 + € 16.000) - € 36.000 = € 2.000

Slide 25 - Diapositive

Conclusie
Wanneer een groter deel van de kosten van een onderneming uit variabel kosten bestaan kan een onderneming beter sturen op dekkingsbijdrage met de kans op een hoger bedrijfsresultaat.

Slide 26 - Diapositive

Zelfstandig werken
Opgave 34.13 t/m 34.15

Slide 27 - Diapositive