Les 04 - Standpunten en argumenten

Standpunten en argumentatie
Leesvaardigheid havo 4
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Standpunten en argumentatie
Leesvaardigheid havo 4

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- wat voor verschillende standpunten er zijn; 
- wat voor soorten argumenten bestaan; 

Slide 2 - Diapositive

Standpunten
In een betoog wil een schrijver zijn leespubliek overtuigen van zijn standpunt. Een standpunt is een mening die iemand heeft. 

Een mening gaat altijd over een bepaald onderwerp. Dit onderwerp kan op verschillende manieren worden benaderd. Je kunt ergens vóór zijn; je kunt ergens tégen zijn en je kunt ergens over twijfelen.

Standpunten worden vaak voorafgegaan door de volgende signaalwoorden: ik vind, volgens mij, ik denk dat, mijn conclusie is dat, dus, daarom en kortom. 

Slide 3 - Diapositive

Soorten standpunten
We onderscheiden drie soorten standpunten:

- positief standpunt: je bent ergens voor
- negatief standpunt: je bent ergens tegen
- standpunt van twijfel: je bent er nog niet helemaal uit...

Slide 4 - Diapositive

Er komt geen poes! Ik ben daar al jaren allergisch voor, en dat weet je.
A
Positief standpunt
B
Negatief standpunt
C
Standpunt van twijfel

Slide 5 - Quiz

We kunnen beter een particulier beveiligingsbureau voor school inhuren. Er zijn inmiddels meerdan genoeg lap-tops verdwenen.
A
Positief standpunt
B
Negatief standpunt
C
Standpunt van twijfel

Slide 6 - Quiz

Ik weet nog niet of ik voor of tegen de verkorting van de zomervakantie ben: ik weet er eerlijk
gezegd nog te weinig vanaf
A
Positief standpunt
B
Negatief standpunt
C
Standpunt van twijfel

Slide 7 - Quiz

Bij de vorige James Bondfilm spatte het bloed van het scherm af, zo veel geweld kwam erin voor: ik denk niet dat ik meega naar de nieuwe Bondfilm.
A
Positief standpunt
B
Negatief standpunt
C
Standpunt van twijfel

Slide 8 - Quiz

Opdracht 1
Maak nu opdracht 1, blz. 18 (hoofdstuk 7: argumentatie)

Opdracht 2 is huiswerk!

Slide 9 - Diapositive

Argumenten
Bij een standpunt horen één of meer argumenten. Dit zijn de redenen waarom je een bepaald standpunt inneemt. Argumenten kunnen op verschillende zaken zijn gebaseerd. 

Argumenten worden vaak aangekondigd door signaalwoorden van redengevend tekstverband, zoals: want, omdat, namelijk, aangezien, de reden hiervoor is dat en immers

Slide 10 - Diapositive

Soorten argumenten
Een belangrijk onderscheid dat we maken is het onderscheid tussen: 

feitelijke argumenten: dit zijn argumenten die controleerbaar zijn. 
waarderende argumenten: dit zijn argumenten die niet controleerbaar zijn en waarbij je dus van mening kunt verschillen. 

Slide 11 - Diapositive

De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. Je kunt er beter niet aan deelnemen.
A
Feitelijke uitspraak
B
Waarderende uitspraak

Slide 12 - Quiz

Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen gaat winnen. Hij is immers veruit de beste in de debatten.
A
Feitelijke uitspraak
B
Waarderende uitspraak

Slide 13 - Quiz

Noteer het standpunt:
Wetgeving die ertoe leidt dat voorbeeldig geïntegreerde migranten tot ongenoegen van een groot deel van de bevolking worden uitgewezen, ondermijnt het respect voor de wet. Natuurlijk kan de rechtsstaat niet in alle particuliere wensen voorzien. Maar als een strikte toepassing van de wet leidt tot een procedure die zelfs het geweten van de betrokken minister belast, is de wet volgens mij toe aan revisie.

Slide 14 - Carte mentale

Noteer het standpunt:
‘Allochtone agenten stuiten vaak op wantrouwen bij collega’s’, luidt de kop van het artikel naar aanleiding van een onderzoek van Sinan Cancaya. Zij werkte als adviseur bij de politie en gaat nu promoveren op de beleving van allochtone agenten (Binnenland, 19 oktober). Toen ik het las vond ik het een ontzettend eenzijdig stuk. Cancaya heeft hen niet gevraagd hoe allochtone agenten tegen agenten van Nederlandse komaf aankijken. Wat zijn hun verwachtingen vooraf, voordat ze in het
corps komen? Heeft Cancaya hen die vraag ook voorgelegd?

Slide 15 - Carte mentale

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- wat voor verschillende standpunten er zijn; 
- wat voor soorten argumenten bestaan; 

Slide 16 - Diapositive

Volgende week gaan we verder met:
Woensdag 16/6
  • nakijken van de opdracht
  • uitgebreid bespreken 'husselen puzzelen'
  • 7.1: argumenten, tegenargumenten en weerleggingen
Vrijdag 18/6
  • Argumentatiestructuren
De week erop gaan we op woensdag alles herhalen en bespreken.

Slide 17 - Diapositive

Fijne week en fijn weekend! Tot woensdag.

Slide 18 - Diapositive