de stijlfiguren: enumeratio, opsomming in drieën, drieslag, climax en hyperbool;
Slide 6 - Diapositive
Taal paragraaf 2
In deze les leer je over beeldspraak en stijlfiguren:
hoe stijlfiguren een tekst krachtiger maken;
de stijlfiguren: enumeratio, opsomming in drieën, drieslag, climax en hyperbool.
Slide 7 - Diapositive
Stijl
Stijl is de manier waarop je spreekt of schrijft. De stijl die je kunt gebruiken is onder meer afhankelijk van jouw publiek.
Er zijn verschillende stijlfiguren. Een stijlfiguur zorgt ervoor dat een tekst afwisselend wordt. En daarmee prettiger om te lezen. Een stijlfiguur kun je ook gebruiken om wat je zegt duidelijker te maken.
Slide 8 - Diapositive
Stijlfiguren
Herhaling
Tegenstelling(antithese)
Opsomming (enumeratio):
in drieën (opsomming van drie begrippen)
drieslag (vaste opsomming van drie)
climax (sterker wordende reeks)
omgekeerde climax (zwakker wordende reeks)
Hyperbool: een ernstige overdrijving.
Understatement: iets wat je heel erg afzwakt, minder erg laat lijken.
Eufemisme: verzachting van de werkelijkheid.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Wat is je opgevallen aan het betoog van Thierry Baudet?
Slide 11 - Question ouverte
Stijlfiguren
enumeratio: opsomming; ik heb proefwerken, opdrachten, werkstukken en examens.
opsomming in drieën: opsomming van drie begrippen; vader, moeder en kinderen.
drieslag: vaste opsomming van drie begrippen met soms een vorm van rijm; boeren, burgers en buitenlui; ik kwam ik zag, ik overwon.
Climax: steeds sterker wordende reeks; goed, geweldig, fantastisch
hyperbool: sterke overdrijving; ik heb me dood gelachen
understatement: een afzwakkende term of omschrijving; het was een leuk bedragje.
antithese: tegenstelling; een lach en een traan.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Welke stijlfiguren hebben we ontdekt in het betoog van Thierry Baudet?
Slide 14 - Carte mentale
Wat ga je doen?
Maak opdracht 1 en 2 van bladzijde 92 en 93.
Bij het lezen van tekst 1 onderstreep je de kernzinnen.
Klaar?
Bedenk een tussenkopje bij alinea 2-3, bij alinea 4, bij alinea 5 en bij alinea 6.
timer
10:00
Slide 15 - Diapositive
Lesdoel
Aan het einde van deze les ken je de stijlfiguren: enumeratio, opsomming in drieën, drieslag, climax, hyperbool, understatement en anthithese.
Aan het einde van deze les kun je uitleggen hoe stijlfiguren een tekst krachtiger maken.
Controlevraag
welke stijlfiguren herken je in de volgende video van Pieter Omtzigt?