Stijl

Taal
Stijl
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Taal
Stijl

Slide 1 - Diapositive

woensdag 22 mei
- Lezen
- Boekopdracht 4
- Introductie lessenserie Taal
- Uitleg stijlfiguren
- Zelfstandig werk
- Huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Zelfstandig lezen
l
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Les- en leerdoelen
De aankomende weken leer je:

  • hoe stijlfiguren een tekst krachtiger maken;
  • de stijlfiguren: enumeratie, opsomming in drieën, drieslag, climax en           hyperbool, tegenstelling of antithese;
  • wat morfemen zijn;
  • over beeldspraak: vergelijking, metafoor en personificatie;
  • uitdrukkingen.

Slide 4 - Diapositive

Taal paragraaf 2
In deze les leer je over beeldspraak en stijlfiguren:

  • hoe stijlfiguren een tekst krachtiger maken;
  • de stijlfiguren: enumeratio, opsomming in drieën, drieslag, climax en hyperbool.

Slide 5 - Diapositive

Stijl
Stijl is de manier waarop je spreekt of schrijft. De stijl die je kunt gebruiken is onder meer afhankelijk van jouw publiek.
Er zijn verschillende stijlfiguren. Een stijlfiguur zorgt ervoor dat een tekst afwisselend wordt. En daarmee prettiger om te lezen. Een stijlfiguur kun je ook gebruiken om wat je zegt duidelijker te maken.

Slide 6 - Diapositive

Stijlfiguren
  • Herhaling
  • Tegenstelling (antithese)
  • Opsomming (enumeratio):
  1.  in drieën (opsomming van drie begrippen) 
  2. drieslag (vaste opsomming van drie)
  3. climax (sterker wordende reeks)
  4. omgekeerde climax (zwakker wordende reeks)
  • Hyperbool: een ernstige overdrijving.
  • Understatement: iets wat je heel erg afzwakt, minder erg laat lijken.
  • Eufemisme: verzachting van de werkelijkheid.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wat is je opgevallen aan het betoog van Geert Wilders?

Slide 9 - Question ouverte

Stijlfiguren
  • enumeratio: opsomming; ik heb proefwerken, opdrachten, werkstukken en examens.
  • opsomming in drieën: opsomming van drie begrippen; vader, moeder en kinderen.
  • drieslag: vaste opsomming van drie begrippen met soms een vorm van rijm; boeren, burgers en buitenlui; ik kwam ik zag, ik overwon.
  • Climax: steeds sterker wordende reeks; goed, geweldig, fantastisch
  • hyperbool: sterke overdrijving; ik heb me dood gelachen
  • understatement: een afzwakkende term of omschrijving; het was een leuk bedragje.
  • antithese: tegenstelling; een lach en een traan.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Welke stijlfiguren hebben
we ontdekt in het betoog van
Geert Wilders?

Slide 12 - Carte mentale

Wat ga je doen?
Maak opdracht 1, 2 en 3 van bladzijde 92 en 93. 



Klaar? 
Bedenk een tussenkopje bij alinea 2-3, bij alinea 4, bij alinea 5 en bij alinea 6.



timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

Lesdoel

Aan het einde van deze les ken je de stijlfiguren: enumeratio, opsomming in drieën, drieslag, climax, hyperbool, understatement en anthithese.

Aan het einde van deze les kun je uitleggen hoe stijlfiguren een tekst krachtiger maken.

Controlevraag

welke stijlfiguren herken je in de volgende video van Pieter Omtzigt?

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Welk stijlfiguur herken je in de volgende zin:
Het was één groot tranendal bij het concert gisteren.
A
enumeratio
B
drieslag
C
climax
D
hyperbool

Slide 16 - Quiz

Welk stijlfiguur herken in de volgende zin:
In de naam van de vader, de zoon en de heilige geest, amen.
A
drieslag
B
opsomming van drieën
C
enumeratio
D
understatement

Slide 17 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je in de volgende zin:
Dat ik een voldoende haal is een kwestie van leven en dood.
A
antithese
B
understatement
C
hyperbool
D
climax

Slide 18 - Quiz