3 - Temperatuurfactoren

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo lwoo, havo
• Leerjaar 4

Exogene Krachten

Havo 4

Meneer de Graaf

Aardrijkskundebaas

Vandaag...

Herhaling

Temperatuurfactoren

Opdrachies

Alle windregels nog eens op een rij

1. Bij lagedrukgebieden stijgt lucht
2. Bij hogedrukgebieden daalt lucht
3. De wind waait altijd van hogedrukgebieden naar lagedrukgebieden
4. Op het noordelijk halfrond krijgt de wind
   een afwijking naar rechts
5. Op het zuidelijk halfrond krijgt de wind
   een afwijking naar links

Herhaling

Noordelijke positie = juli

Zuidelijke positie = januari

Klimaatfactoren

#1 Breedteligging

Regel #1: Hoe verder van de evenaar, hoe kouder.

(of: hoe hoger de breedteligging, hoe kouder)

#1 Breedteligging

#2 Hoogteligging

Regel #2: hoe hoger, hoe kouder

#2 Hoogteligging

Zonlicht geeft niet meteen warmte af (anders zou het echt vet lekker warm zijn in de ruimte!)

--> Pas wanneer het zonlicht de aarde raakt, wordt het weerkaatst als warmte

--> Dan stijgt de warme lucht op en koelt het langzaam weer af

--> Dus hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt!

#2 Altitude

Sunlight doesn’t provide warmth right away (otherwise it would be really warm out in space!)

When the sunlight hits the earth, it’s reflected as warmth

From there the warm air rises and slowly cools

So the higher you go, the colder it gets!

#3 Zeestroming

Regel #3: Hoe verder weg van warme zeestromen, hoe kouder (de winter)

#4 Afstand tot de zee

Rule #4: Hoe dichter bij de kust, hoe kleiner het verschil tussen zomer- en wintertemperatuur.

De zomertemperatuur is koeler door de zee

De wintertemperatuur is warmer door de zee

#5 Windrichting

Regel #5: Afhankelijk van de windrichting kan de wind warme of koude lucht, en droge of vochtige lucht meenemen.

Let op: soms is er reliëf in de buurt dat warme of koude lucht kan blokkeren!

Samengevat

De volgende factoren beïnvloeden het klimaat van een plaats:

(temperatuur en neerslag dus):

1. Breedteligging (afstand van de evenaar)
2. Hoogteligging 
3. Zeestromen
4. Afstand tot de kust
5. Overheersende windrichting