Rep Thema 2 Voeding en vertering Klas 2H MAX

Toets H2 Voeding en vertering
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Toets H2 Voeding en vertering

Slide 1 - Diapositive


In de afbeelding hiernaast zie je dat vetdruppeltjes klein worden gemaakt.

Welk sap heeft deze functie?
A
speeksel
B
gal
C
alvleessap
D
maagsap

Slide 2 - Quiz

Mondholte
Slokdarm
Maag
Speeksel
Zetmeel
Maagsap
Eiwitten
Opslaan voedsel
Vergroten oppervlak voedsel

Slide 3 - Question de remorquage

Je voedsel gaat door verschillende organen. Daar wordt het voedsel verteerd. Zet de organen in de juiste volgorde.
Dunne darm
Dikke darm
Maag
Mond
Slokdarm

Slide 4 - Question de remorquage

Het gebit: de eerste stap in het verteren van voedsel
Snijtanden
Hoektanden
Kiezen
tanden waarmee stukken van voedsel wordt afgebeten
tanden waarmee stukken van voedsel wordt afgebeten
tanden met een knobbelige bovenkant waarmee voedsel wordt fijngemalen

Slide 5 - Question de remorquage

Plateneters
Vleeseters

Alleseters

Plooikiezen
Kort verteringsstelsel
Celwanden in voedsel
Gemakkelijk verteerbaar 
voedsel
Middellang verteringsstelsel
Knobbelkiezen
Knipkiezen

Slide 6 - Question de remorquage


Marieke is een vrouw van 35 jaar die 70 kg weegt en 1,73 m lang is. Wat is haar BMI?

BMI = gewicht in kg / (lengte in m x lengte in m)

Slide 7 - Question ouverte


Wat is de functie van de darmperistaltiek

Slide 8 - Question ouverte

Kies voor elke afbeelding welke methode is gebruikt om voedselbederf tegen te gaan. 
drogen
vacuüm verpakken
steriliseren 
invriezen
pasteuriseren

Slide 9 - Question de remorquage


Door welke lichaamssappen worden bacteriën gedood?
A
Alvleessap en speeksel
B
Alvleessap en maagzuur
C
Speeksel en maagzuur
D
Darmsap en maagzuur

Slide 10 - Quiz


Koolhydraten zijn:
A
Voedingsmiddelen
B
Voedingsstoffen
C
beschermende stoffen
D
energie arm

Slide 11 - Quiz


Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Vacuüm verpakken
B
Invriezen
C
Steriliseren
D
Gasverpakken

Slide 12 - Quiz


Vitamines zijn belangrijk bij gezonde voeding.
Ze dienen met name als?
A
brandstof
B
bouwstof
C
beschermde stof
D
reserve stof

Slide 13 - Quiz



Wat is de naam van nummer 7
A
dikke darm
B
slokdarm
C
dunne darm
D
12-vingerige darm

Slide 14 - Quiz


Wat is de naam van nummer 4?
A
alvleesklier
B
lever
C
Nier
D
Maag

Slide 15 - Quiz



Wat is de naam van nummer 5?
A
slokdarm
B
luchtpijp
C
12-vingerige darm
D
Maag

Slide 16 - Quiz



Wat is de naam van nummer 6?
A
slokdarm
B
dunne darm
C
12-vingerige darm
D
dikke darm

Slide 17 - Quiz



Wat is de naam van nummer 8
A
slokdarm
B
luchtpijp
C
12-vingerige darm
D
Maag

Slide 18 - Quiz


Speeksel verteert:
A
Zetmeel
B
Eiwitten
C
Vetten
D
voedingsvezels

Slide 19 - Quiz


Waar zitten meer voedingsvezels in?
A
dierlijke voedingsmiddelen
B
plantaardige voedingsmiddelen
C
mineralen
D
eiwtitten

Slide 20 - Quiz


Mineralen zijn :
A
voedingsmiddelen
B
brandstoffen
C
beschermende stoffen
D
energierijk

Slide 21 - Quiz


In welke voedingsmiddelen
zitten vooral veel koolhydraten?
A
B
C
D

Slide 22 - Quiz


Eieren zijn een voorbeeld van...
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsmiddelen

Slide 23 - Quiz



Wat is vertering?
A
Voedingsmiddelen klein maken
B
Voedingsstoffen opnemen in het bloed
C
Voedingsstoffen gebruiken om cellen te bouwen
D
Voedingsstoffen klein maken

Slide 24 - Quiz



Enzymen zijn voor de...?
A
Mechanische vertering
B
Chemische vertering
C
Geen van beide

Slide 25 - Quiz


Wat voor vertering is het kauwen van voedsel door je kiezen?
A
mechanische vertering
B
chemische vertering
C
Geen van beide

Slide 26 - Quiz



Gal maakt vetten kleiner. Hoe noem je dit proces?
A
mechanische vertering
B
chemische vertering
C
Emulgeren
D
Emulsie

Slide 27 - Quiz


Wat doen enzymen?
A
werken als reservestof
B
werken als brandstof
C
vertering vertragen
D
vertering versnellen

Slide 28 - Quiz



In de mond begint de vertering.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz


Waar wordt gal gemaakt?
A
Galblaas
B
Gal
C
twaalfvingerige darm
D
Lever

Slide 30 - Quiz


Darmsap verteert
A
Eiwitten
B
koolhydraten
C
alle twee!

Slide 31 - Quiz



Wat is darmperistaltiek?
A
vertering van voedsel in darm
B
vertering
C
Samenknijpen van de darm
D
kramp in maag

Slide 32 - Quiz



Gepasteuriseerde melk is onbeperkt houdbaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quiz

Vleeseter
Alleseter
Planteneter

Slide 34 - Question de remorquage


Welke groep zoogdieren heeft het langste darmkanaal?
A
Carnivoren
B
Herbivoren
C
Omnivoren

Slide 35 - Quiz