4.1 Oorlog in Europa


Blz. 130
4.1 Oorlog in Europa
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon


Blz. 130
4.1 Oorlog in Europa

Slide 1 - Diapositive

Bespreken: Welke vlaggen herken je in de afbeelding? Wat zegt dit over de omvang van de oorlog?

Slide 2 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereidde Duitsland zijn macht uit in Europa 
Hitler wilde over Europa heersen.
Waarvoor had het Duitse volk volgens hem extra grondgebied nodig?

  • Voor woonruimte en landbouw.

Met welke gebieden breidde Hitler Duitsland als eerste uit?
  • Oostenrijk (1938)
  • Tsjechisch Sudetenland


Blz. 131
Intocht van Hitler in Sudetenland (1938)

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereidde Duitsland zijn macht uit in Europa
De Britse en Franse regeringsleiders overlegden met Hitler om een oorlog met Duitsland te voorkomen.

Hoe noem je zo’n overleg tussen staten?
  • diplomatie

Wat spraken de regeringsleiders af in dat overleg?
  • Duitsland mocht Sudetenland hebben.
  • Hitler zou geen andere gebieden bezetten.




Blz. 131
Intocht van Hitler in Sudetenland (1938)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereidde Duitsland zijn macht uit in Europa 
Hitler hield zich niet aan de afspraken. 

Wanneer viel het Duitse leger Polen binnen?
  • Op 1 september 1939.
Daarna verklaarden Frankrijk en Groot-Brittannië de oorlog aan Duitsland. Zo begon:
  • de Tweede Wereldoorlog


Duitsland had veel tanks en vliegtuigen en rukte snel op. Hoe noem je zo’n snelle aanval?
  • Een Blitzkrieg




Blz. 131
Blitzkrieg tegen Polen (1939)

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereidde Duitsland zijn macht uit in Europa
Na Polen veroverde en bezette Duitsland nog meer landen in West-Europa:
  • Nederland, België en Frankrijk

Wanneer capituleerde Nederland?
  • Op 15 mei na een bombardement op de stad Rotterdam.

Daarna begon Duitsland met de aanval op:
  • Groot-Brittannië (1940) en de Sovjet-Unie (1941)

Waardoor moest Hitler een tweefrontenoorlog voeren?
  • Het lukte hem niet Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie te
      verslaan.





Blz. 131
Europa 1939-1942

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bezet
Blitzkrieg
capitulatie
diplomatie
invasie

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ging verliep en eindigde de oorlog?
Wanneer gingen de Verenigde Staten meedoen met de geallieerden?
  • vanaf 1941

De Duitsers veroverden een groot deel van de Sovjet-Unie. Wanneer begon het Sovjetleger de Duitsers terug te dringen naar het westen?
  • Vanaf 1943, toen wonnen de Russen de slag om Stalingrad.


Wat was D-Day, 6 juni 1944?
  • Een grote geallieerde aanval (invasie) door Britten, Amerikanen en Canadezen in het Franse kustgebied.





Blz. 132
De strijd in Europa tussen 1942 en 1945

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ging verliep en eindigde de oorlog?
Welke gebieden bevrijdden de westelijke geallieerden na D-Day?
  • De rest van Frankrijk, België, Zuid-Nederland.

Welk gebied veroverde het Russische leger?
  • Een deel van Duitsland.

De Amerikaanse en Russische soldaten kwamen elkaar in Duitsland tegen.
Wanneer capituleerde Duitsland?
  • 8 mei 1945






Blz. 132
Amerikaanse en Russische soldaten vieren de overwinning in Duitsland.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duitsland gaf zich over op 8 mei 1944.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Duitsland veroverde een groot deel van Europa.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Verenigd Koninkrijk werd door Duitsers bezet.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Duitse leger won de slag om Stalingrad.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hitler wilde dat Duitsland meer macht had.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oostenrijk en Sudetenland werden een deel van Duitsland.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Toen Duitsland Polen aanviel, verklaarden het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk de oorlog aan Duitsland.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vanaf 1943 deden de VS mee met de geallieerden.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De meeste Nederlanders …........................................................................................
tijdens de Tweede Wereldoorlog.
A
passen zich aan
B
werken mee met de bezetter
C
gaan in verzet

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Duitsers gedragen zich over het algemeen
                      . Ze zagen de Nederlanders als
                       broedervolk dat later opgenomen zou worden in het                       rijk. Maar liefst 25.000 Nederlanders gaan vrijwillig bij de                                  , de hoogste opkomt van alle bezette landen. 
Germaanse
Joodse
gewelddadig
SS
vreedzame
Duitse

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Werktijd
  • Opdrachten nakijken + verbeteren
  • Lees de leerstof op blz. 131-132
  • Maak opdracht 1 t/m 6
timer
1:00

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions