Argumentatie havo 4

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Havo 4, periode 4.2
SO spelling
Toets argumentatie (en leesvaardigheid)
Tweede roman lezen -> leesdossier

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Vuurwerk moet verboden worden.
A
Positief standpunt
B
Negatief standpunt
C
Standpunt van twijfel

Slide 8 - Quiz

Het publiek vond de laatste uitzending van 'Lang leve de liefde' fantastisch.
A
Positief standpunt
B
Negatief standpunt
C
Standpunt van twijfel

Slide 9 - Quiz

Standpunt?
Ik ga liever niet mee naar Parijs, want Parijs is een grote, dichtbevolkte stad.
A
Ik .... Parijs
B
want Parijs.... stad.

Slide 10 - Quiz

Ik ga liever niet mee naar Parijs, want Parijs is een grote, dichtbevolkte stad.
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 11 - Quiz

Standpunt? Ze moeten ontgroeningen verbieden, want ik word zo naar van al die heftige voorvallen.
A
Ze.... verbieden
B
want ik ..... voorvallen

Slide 12 - Quiz

Ze moeten ontgroeningen verbieden, want ik word zo naar van al die heftige voorvallen.
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 13 - Quiz

Standpunt? Omdat je met een scooter een grotere kans loopt op een ernstig ongeluk dan op een fiets, lijkt het mij verstandig om scooters te verbieden.
A
Omdat je.... fiets
B
Lijkt het....... verbieden

Slide 14 - Quiz

Omdat je met een scooter een grotere kans loopt op een ernstig ongeluk dan op een fiets, lijkt het mij verstandig om scooters te verbieden.
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 15 - Quiz

Standpunt? Ik denk dat Baudet de verkiezingen gaat winnen. Hij is immers veruit de beste in de debatten.
A
Ik .... winnen
B
Hij ...... debatten

Slide 16 - Quiz

Ik denk dat Baudet de verkiezingen gaat winnen. Hij is immers veruit de beste in de debatten.
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

De militaire dienstplicht moet in Nederland opnieuw ingevoerd worden. Dat zal jongeren discipline en gehoorzaamheid bijbrengen.

Dat gaat iedereen minstens een jaar studievertraging opleveren.

Is dit een tegenargument of een weerlegging?
A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 20 - Quiz

Tegenargument of weerlegging?
Aangezien het een oplossing voor het fileprobleem is, moet iedereen meer met de trein reizen.

> Met de trein ben je veel langer onderweg <
timer
0:30
A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 21 - Quiz

- Overgewicht is een groot probleem aan het worden. Er moet belasting geheven worden op vet eten.

Reactie: - Uit onderzoek blijkt dat mensen met een beetje overgewicht (en dat is het grootste deel) het langst leven.

Vraag: Is de reactie een tegenargument of een weerlegging?
A
tegenargument
B
weerlegging

Slide 22 - Quiz

- Ik vind dat agenten niet met vuurwapens uitgerust moeten worden. Er kunnen dan ernstige ongelukken gebeuren.

Reactie: - Steeds meer criminelen hebben ook vuurwapens.

Vraag: Is de reactie een tegenargument of een weerlegging?
A
tegenargument
B
weerlegging

Slide 23 - Quiz

- Rijke mensen voelen niets van een boete van enkele honderden euro's, dus verkeersboetes moeten inkomensafhankelijk worden.

Reactie: - Als mensen heel rijk zijn, voelen ze ook niets van een boete van duizenden euro's.

Vraag: Is de reactie een tegenargument of een weerlegging?
A
tegenargument
B
weerlegging

Slide 24 - Quiz

"De staatssecretaris vindt dat tweetaligheid geen negatieve gevolgen heeft voor het niveau van het Nederlands. Hij baseert die opvatting op een recent onderzoek. Als hij dat onderzoek echt gelezen zou hebben, had hij gezien dat het nogal beschrijvend is en dus niets bewijst."

Is het tweede deel van deze zin (zou hij … niets bewijst) een weerlegging of een tegenargument?

A
Weerlegging
B
Tegenargument

Slide 25 - Quiz

Is de reactie een tegenargument of een tegenargument op het tegenargument (=weerlegging)?

''De wasberen in Limburg veroorzaken steeds meer overlast. Ze kunnen het beste afgeschoten worden.''
Reactie: ''Je kunt ze ook vangen en steriliseren.''
A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 26 - Quiz