Klas 2 week 2 les 2

Lesdoelen (buts)


Je leert de onregelmatige werkwoorden 
vouloir
pouvoir
Wat ga je doen?
Ga via Naslag naar
Arrêt chapitre 3
H. onregelmatige werkwoorden
pouvoir en vouloir
Noteer de présent Frans-Nederlands 
in jouw vocabulaire schrift
Leer deze onregelmatige werkwoorden
Frans-Nederlands en N-F

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lesdoelen (buts)


Je leert de onregelmatige werkwoorden 
vouloir
pouvoir
Wat ga je doen?
Ga via Naslag naar
Arrêt chapitre 3
H. onregelmatige werkwoorden
pouvoir en vouloir
Noteer de présent Frans-Nederlands 
in jouw vocabulaire schrift
Leer deze onregelmatige werkwoorden
Frans-Nederlands en N-F

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:

- heb ik naar twee liedjes geluisterd waarin de onregelmatige werkwoorden pouvoir en vouloir voorkomen
- ken ik de présent en de passé composé van deze onregelm. ww






Slide 2 - Diapositive

Qu'est-ce qu'on va faire?
We gaan kijken naar een instructiefilmpje over de onregelmatige werkwoorden vouloir en pouvoir

Maak aantekeningen!

Daarna gaan we deze werkwoorden toepassen.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Werkwoorden leren
* Hoe werkwoorden leren?
- rijtje opschrijven - net zo lang totdat je het kent
- liedje/rap 
- Verbuga: online werkwoord oefenprogramma
- WRTS/Quizlet etc.
- Spelvorm (ganzenbord, dobbelsteen etc. )
timer
5:00

Slide 5 - Diapositive

Zet het werkwoord in de juiste vorm.
Elle (pouvoir)
A
peux
B
veux
C
peut
D
veut

Slide 6 - Quiz

Zet het werkwoord in de juiste vorm.
Vous (vouloir)
A
pouvons
B
pouvez
C
voulons
D
voulez

Slide 7 - Quiz

Zet het werkwoord in de juiste vorm.
Ils (pouvoir)
A
peut
B
peuvent
C
veut
D
veulent

Slide 8 - Quiz

Wat is de passé composé van VOULOIR?
A
nous avons vu
B
nous avons voulu
C
elle a voulu
D
b en c zijn beide goed

Slide 9 - Quiz

Wat is de passé composé van POUVOIR?

A
tu as pu
B
tu as peux
C
nous avons peux
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 10 - Quiz

Qu'est-ce qu'on va faire?
We gaan luisteren naar twee Franse liedjes waarin de werkwoorden vouloir (willen) en pouvoir (kunnen) voorkomen.
Tijdens het luisteren en kijken noteer je per clip:
10 woorden in het Nederlands die je voorbij ziet komen in de clip
en waarvan jij de Franse vertaling wilt weten/opzoeken.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Opdracht ná het kijken

* Zoek de door jou genoteerde woorden op met behulp van 
mijnwoordenboek.nl

Slide 14 - Diapositive

Klaar? Ga zelfstandig aan de slag met de weektaak
Maken van de oefeningen en/of leren van de vocabulaire
In stilte werken zolang de timer loopt.

Slide 15 - Diapositive