A5sp4 - P3 Les 6 (=H5 Les 4) - GSE (09-03-2023)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Bienvenidos

lessonup klascode A5sp4: kemdt

(het linkje staat op magister 1 september 2022)

Período 3: 'Soy artista'

El programa 

1. INFO 
2. Presentaciones (35m)
3. Comprobar los deberes (-)
4. Por / para, gramm. C + ej. 24 (15m)
5. Lucía Jimenez, ej. 17a (bc) (10m)



6. Reflexión, deberes

INFO Período 3

Capítulo 4: inleveren El Periódico deze week, zie teams

Capítulo 5: El mundo de la cultura: artistas, arquitectos, el cine, la literatura ( presentatie + vragen beantwoorden, op 8/9 maart 2023)

Capítulo 4-5: escribir un artículo (schrijftoets in toetsweek 3)

¿Reconoces la cara de Dalí en una 

serie popular contemporánea?

Presentaciones (40m)

Subtarea B: groepspresentaties + vragen beantwoorden,

 ieder groepje kiest een andere Spaanse kunstenaar. 

Als voorbereiding:

• Doornemen: Subtarea B (p.19) + verwerken in je presentatie
• Hacer: H5 oefening 16 (p.19) 
• Daarna maak je in groepjes subtarea B (p.19)
• No olvidar: tienes que ser capaz de contestar las preguntas de la profe.

Comprobar los deberes 

Estudiar:  

• H5 gram. B verleden tijden 
• H5 Lenguateca B 

 Hacer:  

• afmaken oefeningen vorige les, oef 12 t/m 14 (al nabesproken in de les)
• oef 16 -> wordt verwerkt in de presentatie 
• afmaken presentatie H5 subtarea B -> presenteren in de klas.  GEBRUIK DE LENGUATECA EN VOCABULARIO, NIET GOOGLEN. 

--> Respuestas: Ejercicios (capítulo 5)

Por / para

ESTUDIAR: Cap. 5, Gramática C

HACER: ejercicio 24abc

ATENCIÓN: 

Je moet van alle zinnen in de oefeningen de exacte vertaling kunnen geven.

C. El mundo cinematográfico

1. ESTUDIAR: Vocab C (p.48) 
2. HACER: ej. 17 (p.20)

Los deberes

Estudiar: 

gramm. C (p.24) 

 Hacer: 

H5 oef 17a 

H5 oef 24abc (p.24-25) 

H5 vocab B:
blijken

1. trasladarse a
2. mencionar
3. deberse a
4. resultar

H5 vocab B:
aangezien

1. ya que
2. aunque
3. por eso
4. lograr

H5 vocab B:
de brug

1. el rascacielos
2. el estilo
3. la estrella
4. el puente

H5 vocab B:
opvallen

1. recibir
2. contemporáneo
3. ser reconocido
4. destacar

Exámen auditiva:
1.Hoe heb je je voorbereid op de luistertoets?
2. Hoe ging de luistertoets? Wat ging goed? Wat kan beter? + waarom?
3. Hoe kan je jezelf volgende keer verbeteren?
4. Wat ga je hiervoor doen?