Hoofdstuk 2: Rivieren

Hoofdstuk 4: Rivieren
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4: Rivieren

Slide 1 - Diapositive

Sleep het juiste begrip naar de juiste afbeelding
Waterscheiding
Stroomgebied van de Rijn
Bovenloop
Stroomstelsel
Stroomgebied van de Maas

Slide 2 - Question de remorquage

Stroomgebied Rijn & Maas
Waar krijgen de Maas en de Rijn hun water vandaan?

Slide 3 - Diapositive

Leg uit waarom er rond de rivier het
minste neerslag valt, terwijl er omheen
juist veel neerslag valt.

Slide 4 - Question ouverte

Stroomgebieden in Europa

Slide 5 - Diapositive

Verbind de juiste begrippen met de juiste afbeelding
Lengteprofiel
Middenloop
Benedenloop
Dwarsprofiel

Slide 6 - Question de remorquage

Verhang & Verval
Verval: Daling over heel de rivier
Verhang: Daling rivier per km

Vb: River is 1000 km lang: rivier daalt 2000 meter
Verval = 2000 m
Verhang = 2000/ 1000 = 2 meter per km
Laatste 100 km daalt de rivier nog maar 10 meter: Verhang?
verhang = 10/100 = 10 cm per km


Slide 7 - Diapositive

Verbindt de begrippen met de omschrijving
Dwarsdoorsnede van een rivier op een bepaalde plek.
Het gedeelte van een rivier dicht bij de monding.
Het gedeelte van een rivier tussen de bovenloop en de benedenloop.
Het verval van een rivier, gemeten in meters per kilometer.
Het hoogteverschil tussen twee punten langs een rivier.
Doorsnede in de lengterichting van de rivier.
Gebied dat zijn water afvoert via één hoofdrivier met zijn zijrivieren.
Het stelsel van de hoofdrivier en zijn zijrivieren.
De grens tussen twee stroomgebieden.
lengteprofiel
verval

verhang

middenloop

benedenloop

dwarsprofiel


Stroomgebied
Stroomstelsel
Waterscheiding

Slide 8 - Question de remorquage

Debiet
De hoeveelheid water die een rivier op een bepaald moment per tijdseenheid afvoert (meestal gemeten in m3 per seconde).

Slide 9 - Diapositive

Wat is niet van invloed op het debiet van de rivier?
A
Temperatuur in het stroomgebied
B
De snelheid van het stromen van de rivier
C
Natuurgebieden in het stroomgebied
D
Neerslag in het stroomgebied

Slide 10 - Quiz

Waardoor verandert het debiet door het jaar?
Veranderingen in de:
A
Temperatuur in het stroomgebied
B
Hoeveelheid sneeuw in het stroomgebied
C
Vegetatie in het stroomgebied
D
Neerslag in het stroomgebied

Slide 11 - Quiz

Regiem
De verdeling van de afvoer van water (debiet) over het jaar.

Wordt beïnvloed door:
- Warmte (verdamping)
- Seizoen (vegetatie)
- Smeltwater (Mei/Juni)
- Neerslagverandering 
(geldt niet voor Rijn/Maas!)

Slide 12 - Diapositive

Piekafvoer
Stel: het regent een tijd in Duitsland
Na een tijd komt al dat water in de Rijn
Waardoor de waterafvoer stijgt

--> Piekafvoer: De maximale afvoer van een rivier tijdens perioden met veel neerslag en/of smeltwater.

Slide 13 - Diapositive

Stel: Er zijn veel bossen in het stroomgebied van een rivier. Welke gevolgen heeft dit voor de piekafvoer?

Slide 14 - Question ouverte

Vertragingstijd:
De tijd tussen het vallen van neerslag en de afvoer ervan door de rivier.
Voorbeeld: overstroming 1995

Slide 15 - Diapositive

Stel: in een stroomgebied van een rivier is er sprake van verstedelijking. Welke gevolgen heeft dit voor de vertragingstijd en piekafvoer?

Slide 16 - Question ouverte

Let op:
Door ontbossing / verstedelijking:

Wordt het water niet vastgehouden
En komt direct in de rivier

Korte vertragingstijd
Hoge piekafvoer

Slide 17 - Diapositive

Examen 2022 TV2:
Geef voor elk van de uitspraken aan of die juist of onjuist is.

Slide 18 - Question ouverte

Examen 2022 TV2:
Bij het berekenen van de scenario's (zie bron) is rekening gehouden
met zowel absolute als relatieve zeespiegelstijging.
Geef aan waarom in Nederland juist ook met relatieve zeespiegelstijging
rekening gehouden wordt.

Slide 19 - Question ouverte

Examen 2022 TV2:
Een bijkomend probleem van zeespiegelstijging is verzilting in het westen
van Nederland.
Leg uit dat in het westen van Nederland verzilting vooral in de zomer
optreedt.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 20 - Question ouverte

Examen 2022 TV2:
Gebruik de bron.
In bron 19 staan vier toekomstscenario’s voor Nederland weergegeven.
Geef
- het scenario dat voor Nederland het gunstigste is;
- twee manieren waarop de Nederlandse overheid dit scenario kan
bereiken.

Slide 21 - Question ouverte

Les 3: Waterbeleid

Slide 22 - Diapositive

Moeilijkheid: Lage rivierstanden (zomer) vs hoge rivierstanden (winter)

- Veendijken drogen uit (dus instabiel!)
- Binnenvaartschepen minder volgeladen (want; minder diepgang) --> Meer schepen nodig om dezelfde hoeveelheid producten te vervoeren --> drukker
- Elektriciteitscentrales hebben minder koelwater --> minder elektriciteit
- Minder water voor landbouw
- Door verdamping lage grondwaterstand

Slide 23 - Diapositive

Waterbeleid
Niet zozeer het stroomstelsel is belangrijk
Maar het gehele stroomgebied!
--> Samenwerking met andere landen noodzakelijk!

Rijnconferentie (1998):
- Afname schaderisico
- Verlaging hoogwaterstand
- Verbetering voorspellingen
- Vergroting overstromingsrisico-
bewustzijn (voorlichting)

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien

Slide 26 - Lien

Drietrapsstrategie
1 Vasthouden (binnendijks)
2 Bergen (buitendijks)
3 Afvoeren

Slide 27 - Diapositive

Programma "Ruimte voor de Rivier"

Slide 28 - Diapositive

Om overstromingen tegen te gaan:
"Ruimte voor de rivier"
Letterlijk: Meer ruimte voor de rivier:
- Rivier moet breder / dieper worden
  - Rivierbedverruiming
  - Verdieping (zomerbed)
  - Kribverlaging
  - Uiterwaardvergraving en verbreding (dijkverlegging) 
  - Nevengeulen 
  - Obstakels verwijderen
  - Noodoverloopgebieden

- Dijkverzwaring (verhoging en 
verbreding)

Slide 29 - Diapositive

Gebruik de bron. In de twintigste eeuw is het overstromingsrisico langs de Neder-Rijn toegenomen. Het veranderde bodemgebruik in het stroomgebied van de Neder-Rijn en een verandering van het klimaat zijn hiervan belangrijke oorzaken.
Geef
- een verandering van het bodemgebruik in het stroomgebied van de
Neder-Rijn waardoor het overstromingsrisico is toegenomen;
- een verandering van het klimaat waardoor het overstromingsrisico is
toegenomen.

Slide 30 - Question ouverte

Gebruik de bron.
In het gebied Meinerswijk zijn maatregelen genomen om bij hoogwater
de waterstand in de Neder-Rijn te verlagen.
Noteer twee van deze maatregelen uit bron 1 op je antwoordblad.
Geef voor elke maatregel aan waardoor de waterstand in de Neder-Rijn lager wordt.

Slide 31 - Question ouverte

De maatregelen die zijn genomen in het gebied Meinerswijk zorgen niet alleen bij Arnhem voor een lager overstromingsrisico. Door deze maatregelen is het overstromingsrisico langs de hele Neder-Rijn lager geworden.
Leg uit dat door de maatregelen in het gebied Meinerswijk het overstromingsrisico langs de hele Neder-Rijn lager is geworden. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 32 - Question ouverte

In Zuidoost-Brabant stromen enkele kleine beken zoals de Aa, de
Astense Aa en de Dommel. Deze beken behoren tot het stroomgebied van een van de grote Nederlandse rivieren.
Geef aan
- welke grote Nederlandse rivier dat is;
- of deze grote Nederlandse rivier een regenrivier, een gletsjerrivier of
een gemengde rivier is.

Slide 33 - Question ouverte

VWO 2022 TV3

Slide 34 - Diapositive

2022 TV3 (vwo)
Door het veranderen van het klimaat heeft Nederland vooral in het voorjaar en in de zomer steeds vaker te maken met droogte.
Geef twee gevolgen van het warmer wordende klimaat waardoor in Nederland vooral in het voorjaar en in de zomer droogte ontstaat.

Slide 35 - Question ouverte

Gebruik bron 16 en het kaartenkatern.
In Nederland worden oplossingen bedacht voor het bestrijden van het droogteprobleem, zoals de ‘Nationale Gieter’. Hierbij wordt een strategische zoetwatervoorraad onder de Veluwe opgeslagen.
Geef
- twee gebiedskenmerken van de Veluwe waardoor het gebied geschikt is voor een strategische zoetwatervoorraad;
- de naam van een ander gebied dat al als strategische zoetwatervoorraad wordt gebruikt.

Slide 36 - Question ouverte

Gebruik bron 16.
Het plan van de ‘Nationale Gieter’ past goed binnen het integraal waterbeleid.
Geef twee redenen waarom het plan van de ‘Nationale Gieter’ goed past binnen het integraal waterbeleid.

Slide 37 - Question ouverte

Gebruik bron 17.
Op steeds meer locaties in Nederland ontstaan kleinschalige initiatieven waarbij oplossingen worden gezocht voor het droogteprobleem. Een van deze initiatieven is de ‘Waterhouderij Walcheren’.
Beredeneer waarom juist akkerbouwers dit initiatief hier genomen hebben.

Slide 38 - Question ouverte

Huiswerk
Magister

Slide 39 - Diapositive

Maar: niet alleen gevaar water van belang
Bij maken beleid: Hoe "belangrijk" is de regio?
- Economisch perspectief: belangrijke gebieden / steden / veel bewoners

Overstromingsrisico als kansberekening:
1x in de 250 jaar
1x in de 10.000 jaar 

Maar: 1x in de 10.000 jaar kost ook veel meer geld!

Slide 40 - Diapositive

t
t

Slide 41 - Diapositive