§3.3 Ruimtegebruik

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

3.3 Ruimtegebruik

3.3. Ruimtegebruik

Leerdoelen

1. Je weet hoe in Nederland de ruimte wordt ingedeeld en hoe gemeenten zorgen voor een goede leeftbaarheid.

2. Je begrijpt waarom inspraak nodig is bij plannen van de overheid.

3. Je kunt een mening vormen over inrichting van de ruimte bij jou in de buurt.

Bevolkingsdichtheid

Bevolkingsdichtheid

Afhankelijk van de bevolkingsdichtheid kun je:

- meer of minder wensen accepteren en uitwerken,

- meer of minder ruimte hebben om in te wonen,

- wel of geen grote tuin of huis,

Om alle ruimte goed te verdelen en in te vullen werken bedrijven, gemeenten, besturen, provincies en de nationale overheid samen. Ze bespreken de ruimtelijke orderning. 

Leefbaarheid

Belangrijk bij de ruimtelijke ordening is de leefbaarheid.

Als ->

niet op orde is, gaat de leefbaarheid van een gebied achteruit.

 

Inspraak en bezwaar

Continue worden er in een gebied aanpassingen gemaakt. 

Burgers hebben inspraak op veranderingen. Dit noemen we inspraak. Je kunt dan aangeven dat je het met iets niet eens bent of het graag anders ziet (bezwaar). 

Bijvoorbeeld de aanleg van een weg door je wijk, of een windmolenpark dichtbij (NIMBY).

Opdracht

1. Lees §3.3 goed door.

2. Heb je vragen over de leerstof, noteer ze en stel een vraag aan je docent.

3. Maak de opdrachten uit je werkboek (korte leerroute).

4. Kijk de opdrachten na met het nakijkboekje in Magister.

5. Oefen de topografie 'Wereld' achterin je werkboek.