Lezen

Leesvaardigheid
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Leesvaardigheid

Slide 1 - Diapositive

Leesstrategieen
- Bekijk de titel, de plaatjes en lees de inleiding?
- Wat voor tekst is het?
- Lees de vraag voor je de tekst inhoudelijk leest.
- Onbekende woorden: lees de zin ervoor + erna.
- Onbekende woorden: kijk of je het woord herkent uit een andere taal
- Onbekende woorden: gaat het om een werkwoord? 
- Signaalwoorden: leer deze voor jezelf

Slide 2 - Diapositive

In welke tijd staat dit werkwoord?
travaillais
A
Présent
B
Passé composé
C
futur simple
D
imparfait

Slide 3 - Quiz

Signaalwoorden
Aussi= ook
Mais= maar
En plus= bovendien
pourtant, par contre= echter
Car= want
parce que= omdat
donc, alors= dus
finalement= ten slotte

Slide 4 - Diapositive

Wat is het hele werkwoord van travaillais?

Slide 5 - Question ouverte

Vraagwoorden

Slide 6 - Diapositive

qui betekent ...

Slide 7 - Question ouverte

quoi betekent ...

Slide 8 - Question ouverte

pourqoui betekent ...

Slide 9 - Question ouverte

comment betekent ...

Slide 10 - Question ouverte

où betekent ...

Slide 11 - Question ouverte

combien betekent ...

Slide 12 - Question ouverte

Qu'est-ce que betekent ...

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Wat lees je in de tekst over de organisatie 'Boules Épiques'?
Deze organisatie ...
A
ruimt dode egels op langs de snelwegen en begraaft ze in de natuur
B
Strijdt tegen het gebruik van landbouwgif om de egels te beschermen
C
Vangt gewonde egels op en zet ze vervolgens weer terug in de natuur

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Wie is tegen onverwachte overhoringen op school?
A
Eléa
B
Madelon
C
Bibi

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Wat betekent: qu'est-ce qui est vrai d'après le premier alinéa?

Slide 20 - Question ouverte

Qu'est-ce qu'on apprend au dernier alinéa?

Slide 21 - Question ouverte

Selon Sarah, il est important de bouger.
Wat betekent '' Selon'' hier?

Slide 22 - Question ouverte