Project: Leren over vaccineren

Leren over vaccineren
Wie van jullie is er gevaccineerd? 
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Leren over vaccineren
Wie van jullie is er gevaccineerd? 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat is een vaccin?

Slide 3 - Question ouverte

Vaccinatie
- Een vaccin bevat een dode of verzwakte ziekteverwekker
- Je wordt niet ziek, maar je witte bloedcellen maken wel antistoffen
- Als je de echte ziekte binnen krijgt weet je witte bloedcel al welke antistoffen die moet maken.


Slide 4 - Diapositive

Wanneer ben je immuun?

Slide 5 - Question ouverte

Natuurlijke immuniteit=

Zelf verworven immuniteit doordat je de ziekte zelf gehad hebt (bijv. waterpokken)

Kunstmatige immuniteit

Verkregen immuniteit door het inspuiten van een vaccin.


Slide 6 - Diapositive

Voor welke ziekteverwekker is een vaccin geschikt?
A
vooral voor ziektes die worden veroorzaakt door een bacterie
B
vooral voor ziektes die worden veroorzaakt door een schimmel
C
vooral voor ziektes die worden veroorzaakt door een virus
D
vooral voor ziektes die worden veroorzaakt door een klein diertje

Slide 7 - Quiz

Infectieziekten

Een infectieziekte wordt veroorzaakt door micro-organismen:

Bacterien, Schimmels of Virussen


Het grote verschil tussen een virus en een bacterie:

Bacterie: genezing met antibiotica mogelijk

Virus: geen levend wezen, geen medicatie beschikbaar

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Antigeen= eiwit (slot) op een lichaamsvreemde stof zoals een bacterie
Antistof= stof (sleutel) die een lichaamscel aanmaakt om het antigeen onschadelijk te maken

Slide 10 - Diapositive


Antigeen= eiwit (slot) op een lichaamsvreemde stof zoals een bacterie
In welke tekening is de ziekteverwekker het MINST schadelijk
A
Tekening 1
B
Tekening 2
C
Tekening 3

Slide 11 - Quiz


Antigeen= eiwit (slot) op een lichaamsvreemde stof zoals een bacterie
Welke letter stelt een antistof voor?
A
P
B
Q
C
R

Slide 12 - Quiz

Welke "letters" ken je uit het Rijksvaccinatieprogramma?

Slide 13 - Carte mentale

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Tegen welke ziektes wordt je ingeeint bij de DKTP-prik
A
Difterie, Kinkhoest, Tetanus, Pneumokokken
B
Difterie, Kinkhoest, Tetanus, Polio
C
Difterie, Kanker, Tetanus, Pneumokokken
D
Difterie, Kinkhoest, Tyfus, Polio

Slide 16 - Quiz

Alleen voor meisjes is het zinvol om de HPV-vaccinatie (in de volksmond de baarmoederhals-prik) te halen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Noem 1 voordeel van vaccineren

Slide 19 - Carte mentale

Noem 1 nadeel van vaccineren

Slide 20 - Carte mentale

Stelling
Kinderen die niet gevaccineerd zijn, mogen geweigerd worden op een kinderdagverblijf

Slide 21 - Diapositive

Stelling

Kinderziektes maken je sterker, vaccinaties maken je zwakker

Slide 22 - Diapositive

Stelling
Als ik zelf mocht kiezen liet ik mij niet vaccineren

Slide 23 - Diapositive

Stelling

De kans op meningokokkenziekte is zo klein dat vaccineren voor mij niet hoeft

Slide 24 - Diapositive

Stelling

Iedereen moet de griepprik krijgen

Slide 25 - Diapositive

Stelling

Er moet een vaccin komen tegen alle ziektes

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive