Politiek herhaling

Politiek
Oefenen 
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Politiek
Oefenen 

Slide 1 - Diapositive

Politici zijn:
A
Mensen die van politiek hun beroep gemaakt hebben
B
Mensen die bij de politie werken

Slide 2 - Quiz

Politiek is
A
het maken van keuzes
B
het bedenken van problemen
C
het uitgeven van geld

Slide 3 - Quiz

De overheid is
A
de maatschappij
B
de politici en de ambtenaren
C
de politiek
D
de staat

Slide 4 - Quiz

Een ambtenaar
A
Werkt in de politiek
B
Helpt de politiek om beleid uit te voeren
C
is altijd leraar
D
Voert een ambacht uit

Slide 5 - Quiz

0

Slide 6 - Vidéo

Wat is een democratie?
Een land waar de burgers zelf kiezen wie de macht krijgt. Het parlement heeft de macht.
Het parlement heeft de uiteindelijke beslissing. 

Slide 7 - Diapositive

Wat is een DICTATUUR? 
Een land waar maar één man of een kleine groep mensen aan de macht is.

Slide 8 - Diapositive

Wat is de grondwet?
In de grondwet staan de belangrijkste rechten en plichten voor de burgers en voor de overheid.

bijv. je recht op onderwijs.
bijv. je plicht om naar school te gaan.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Deze partijen vinden vrijheid voor personen en bedrijven belangrijk
timer
0:20
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 13 - Quiz

Burgers moeten voor elkaar zorgen
timer
0:20
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 14 - Quiz

De kansen moeten voor iedereen gelijk zijn.
timer
0:20
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 15 - Quiz

De rijken moeten meer belasting betalen voor de zwakkeren.
timer
0:20
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 16 - Quiz

De overheid zorgt alleen voor de veiligheid
timer
0:20
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 17 - Quiz

D66, CDA en Christenunie
timer
1:00
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 18 - Quiz

VVD, PVV en SGP
timer
0:15
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 19 - Quiz

PvdA, Partij voor de Dieren, SP, GroenLinks
timer
0:15
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 20 - Quiz

Stromingen in de politiek

Slide 21 - Diapositive

Directe democratie
Volk

Direct invloed op wetgevingsproces
Referendum
 (volkstemming over een bepaald onderwerp)

Slide 22 - Diapositive

Wie bestuurt ons land?
Twee hoofdrolspelers:
De Tweede Kamer

De ministers

Slide 23 - Diapositive

Nieuwe wetten
1.  Politici hebben ideeën over het land.
2. Minister (soms kamerleden) komen met wetsvoorstellen
3. Als meerderheid van de Tweede kamer het er mee eens is, wordt de wet aangenomen
4. Koning zet handtekening onder de wet
5. De  minister voert de wet uit

Slide 24 - Diapositive

Rechten van Kamerleden
Kamerleden mogen voor hun controlerende taak:
  • een minister ter verantwoording roepen. De minister moet dan naar de Tweede Kamer komen voor een debat. Dit noemen we het recht van interpellatie.
  • Een groot onderzoek instellen als ze denken dat de regering fouten heeft gemaakt. Dit noemen we het enquêterecht.

Slide 25 - Diapositive

En de koning dan..?
Koning Willem-Alexander is het staatshoofd.

Hij is niet gekozen en heeft bijna geen macht.
Toch heeft hij een taak: Handtekening onder een wet zetten

Ministers en koning samen --> de regering.

Slide 26 - Diapositive

Trias Politica

  • "Scheiding der drie machten":
    1. Wetgevende macht
    2. Uitvoerende macht
    3. Rechtgevende macht
  • Om misbruik te voorkomen

Slide 27 - Diapositive

Nederland is een ............... democratie, want de bevolking kiest de volksvertegenwoordigers, die namens de bevolking beslissingen nemen.
A
Sociale
B
Indirecte
C
Directe
D
Politieke

Slide 28 - Quiz

Als je een topinkomen hebt moet je wat meer belasting betalen
A
Links
B
Rechts

Slide 29 - Quiz


Christen- democratie Draait vooral om....
A
naastenliefde en religie
B
vrijheid
C
milieu
D
gelijkwaardigheid

Slide 30 - Quiz

Wie heeft de wetgevende macht?
A
Parlement
B
Regering
C
Rechters

Slide 31 - Quiz

Hierin wordt een uitleg gegeven van de plannen die de regering heeft voor het komende jaar
A
Miljoenennota
B
Prinsjesdag
C
Troonrede

Slide 32 - Quiz


Wie zitten er in het parlement?
A
Volksvertegenwoordigers
B
Staatssecretarissen
C
Ministers
D
Alleen maar hoogopgeleide mensen

Slide 33 - Quiz