Constante kosten in een onderneming, 17-01-2021

Planning voor de les:
5 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor
5 minuten : voorkennis
5 minuten: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
5-10 minuten: PAUZE
25 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BasiscalculatiesMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Planning voor de les:
5 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor
5 minuten : voorkennis
5 minuten: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
5-10 minuten: PAUZE
25 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen:
1. Je kent het verschil in constante kosten tussen grote en kleine bedrijven.
2. Je kan het constante kostentarief berekenen.

HUISWERK: OPDRACHT 3 T/M 6 AF

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Schrijf deze over!!

Slide 6 - Diapositive

• Normale omzet (exclusief BTW) € 250.000,-
• Constante kosten € 62.500,-
Bereken het constante kostentarief

Slide 7 - Question ouverte

Uitwerking

Slide 8 - Diapositive

Bereken dit constante kostentarief in procenten.

Slide 9 - Question ouverte

Uitwerking
Deel
Geheel

€62.500 : €250.000 x 100% = 25%
x 100%

Slide 10 - Diapositive

5 minuten PAUZE
timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag!
Wat? Opdrachten 3 t/m 6 maken
Hoe? Aan de hand van het stoplicht.
Hulp? Het stoplicht, de docent, je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot 5 minuten voor het einde van de les.
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Dan gaan klassikaal de lesdoelen testen.

Slide 12 - Diapositive

• Normale omzet (exclusief BTW) € 500.000,-
• Constante kosten € 125.000,-
Bereken het constante kostentarief

Slide 13 - Question ouverte

Uitwerking





€125.000 : €500.000 = €0,25

Slide 14 - Diapositive

Zijn de constante kosten hoger bij een groot of klein bedrijf?
A
Een groot bedrijf
B
Een klein bedrijf

Slide 15 - Quiz