Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Zwakke werkwoorden OTT
stam op -d/-t of sisklank
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
Aan het eind van de les kun je het zwakke werkwoord in de tegenwoordige tijd (ott) vervoegen...
...zowel de regelmatige vormen
...als de werkwoorden met een -d of -t
...als de werkwoorden met een sisklank
Slide 2 - Diapositive
Weet je nog?
Een ZWAK werkwoord wordt in de tegenwoordige tijd (OTT) zo vervoegd: STAM + [uitgang]
ich sag-e wir sag -en
du sag-st ihr sag-t
er/sie/es sag-t sie/Sie sag-en
Slide 3 - Diapositive
Als de STAM van een ZWAK werkwoord echter op een -d of een -t eindigt moeten we de uitgang soms aanpassen, anders is het woord niet meer uit te spreken.
Kijk maar eens naar de volgende werkwoorden:
wart-en, end-en, arbeit-en, red-en
Slide 4 - Diapositive
sag | en
red | en
ich
sag-e
ich
red -e
du
sag -st
du
red -est
er/sie/es
sag-t
er/sie/es
red -et
wir
sag -en
wir
red-en
ihr
sag -t
ihr
red-et
sie/Sie
sag -en
sie/Sie
red-en
Vergelijk de volgende zwakke ww maar eens:
Slide 5 - Diapositive
Ook als de STAM van een ZWAK werkwoord op een sisklank (s, ss, ß, z, x) eindigt moeten we de uitgang soms aanpassen, anders is het woord niet meer uit te spreken.
Het gaat dan om werkwoorden zoals:
reis-en, pass-en, reiß-en, setz-en, box-en
Slide 6 - Diapositive
sag | en
reis | en
ich
sag-e
ich
reis-e
du
sag -st
du
reis -t
er/sie/es
sag-t
er/sie/es
reis -t
wir
sag-en
wir
reis-en
ihr
sag-t
ihr
reis-t
sie/Sie
sag -en
sie/Sie
reis-en
Vergelijk ook de volgende zwakke ww maar eens:
Slide 7 - Diapositive
DUS
ZWAKKE ww. in de OTT krijgen achter de stam de uitgangen: -e -st -t -en -t -en
MAAR
* als de STAM op -d of -t eindigt komt er bij
du, er/sie/es en ihr een extra -e- bij:
-e -est -et -en -et -en
* als de STAM op een sisklank (s, ss, ß, z, x) eindigt
valt bij du de -s weg:
-e -t -t -en -t -en
Slide 8 - Diapositive
Alles begrepen?
Dan gaan we oefenen:
Slide 9 - Diapositive
mieten
ihr ...
A
miete
B
mietest
C
mietet
D
mieten
Slide 10 - Quiz
kaufen
du ...
A
kaufet
B
kauft
C
kaufest
D
kaufst
Slide 11 - Quiz
sitzen
du ...
A
sitzest
B
sitzt
C
sitzst
D
sitzen
Slide 12 - Quiz
reden
ich ...
A
rede
B
redest
C
redet
D
reden
Slide 13 - Quiz
gehen
sie ...
A
gehe
B
geht
C
gehen
D
gehst
Slide 14 - Quiz
Schrijf de juiste vorm op:
Mein Bruder (spielen) …….. mit dem Ball.
Slide 15 - Question ouverte
Schrijf de juiste vorm op:
Er (kaufen) ........... einen Skihelm.
Slide 16 - Question ouverte
Schrijf de juiste vorm op:
Isa (retten) ……. eine Katze aus dem Wasser.
Slide 17 - Question ouverte
Schrijf de juiste vorm op:
Warum (hassen) ……. du warmes Wetter?
Slide 18 - Question ouverte
Schrijf de juiste vorm op:
Herr Walther, (kennen) ……. Sie meine Freundin?
Slide 19 - Question ouverte
Lesdoel bereikt?
Kun je het zwakke werkwoord nu in de tegenwoordige tijd (ott) vervoegen...
...zowel de regelmatige vormen
...als de werkwoorden met een -d of -t
...als de werkwoorden met een sisklank
Slide 20 - Diapositive
Kun je de zwakke werkwoorden nu in de tegenwoordige tijd (ott) goed vervoegen?
JA, voor 100%
JA, voor 75%
MWAH, voor 50%
NEE, voor 25%
NEE, voor 0%
Slide 21 - Sondage
Lesdoel
Aan het eind van dit stukje kun je het zwakke werkwoord in het voltooid deelwoord zetten ...
...zowel de regelmatige vormen
...als de werkwoorden met een -d of -t
Slide 22 - Diapositive
VOLTOOID DEELWOORD zwakke werkwoorden
voltooid deelwoord-> ge + stam + t + (vorm van haben, sein)
gewohnt
gespielt
eindigt altijd op -t
Slide 23 - Diapositive
wohnen
stam = wohn
Ich habe gewohnt
Er hat gespielt
Slide 24 - Diapositive
werkwoorden op een -d of -t
Let op:
Hier krijg je een extra 'e'
dus: ge + stam + et
arbeiten = ge arbeit et
reden = ge red et
Slide 25 - Diapositive
Schrijf de juiste vorm op:
Er hat einen Skihelm (kaufen) ............
Slide 26 - Question ouverte
Schrijf de juiste vorm op:
Mein Bruder hat mit dem Ball (spielen) …….. .
Slide 27 - Question ouverte
Schrijf de juiste vorm op:
Ich habe auf einem Brief (antworten) ..... .
Slide 28 - Question ouverte
Schrijf de juiste vorm op:
Isa hat eine Katze aus dem Wasser (retten) ……. .
Slide 29 - Question ouverte
Lesdoel bereikt?
Kun je het zwakke werkwoord nu in het voltooid deelwoord vervoegen...
...zowel de regelmatige vormen
...als de werkwoorden met een -d of -t
Slide 30 - Diapositive
Kun je de zwakke werkwoorden nu in het voltooid deelwoord goed vervoegen?