Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
1.8 Grammatica woordsoorten les 2
1.8 Grammatica woordsoorten les 2
1 / 27
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
27 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
1.8 Grammatica woordsoorten les 2
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen:
Aan het eind van de les herken je de volgende woordsoorten in een zin en je kunt deze benoemen:
lidwoord (lw)
zelfstandig naamwoord (znw)
bijvoeglijk naamwoord (bnw)
voorzetsel (vz)
voegwoord (vw)
zelfstandig werkwoord (zww)
hulpwerkwoord (hww)
koppelwerkwoord (kww)
persoonlijk voornaamwoord (pers vnw)
bezittelijk voornaamwoord (bez vnw)
aanwijzend voornaamwoord (av)
vragend voornaamwoord (vrv)
Slide 2 - Diapositive
Wat gaan we vandaag doen?
Stillezen
Huiswerkcontrole opdracht 1,2,4 en 5 + bespreken
Uitleg werkwoorden
Uitleg pers.vnw
Werken aan huiswerk: opdracht 6 en 7
Slide 3 - Diapositive
Start les.
Stillezen in boek of tijdschrift
timer
10:00
Slide 4 - Diapositive
Huiswerk van vandaag
Huiswerkcontrole 1.8 opdracht 1,2,4 en 5 (online)
Slide 5 - Diapositive
zww
Geeft aan wat er wordt gedaan --> Het onderwerp
doet
iets.
Er staat altijd
1
zelfstandig werkwoord in de zin.
Imme
fietst
elke dag naar school.
Imme is naar school
gefietst.
Imme zal elke dan naar school moeten
fietsen.
Slide 6 - Diapositive
hww
Als een zin meerdere ww heeft, is het ww dat de handeling aangeeft altijd een
voltooid deelwoord
of een
infinitief.
De persoonsvorm en eventuele andere ww zijn dan een
hulpwerkwoord
.
Imme
is
elke dag naar school
gefietst
.
Imme
zal
elke dag naar school
moeten
fietsen
.
Slide 7 - Diapositive
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Zij
laten
hun
auto
morgen
repareren.
Slide 8 - Question de remorquage
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Kan
je
niet
beter
uitkijken!
Slide 9 - Question de remorquage
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Max
zou
dat
gedaan
kunnen
hebben.
Slide 10 - Question de remorquage
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Hij
heeft
weer
niet
geluisterd.
Slide 11 - Question de remorquage
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Hij
kocht
het
mooie
cadeau.
Slide 12 - Question de remorquage
kww
Er zijn 9 koppelwerkwoorden:
zijn worden blijven
blijken lijken schijnen
heten dunken
voorkomen
Slide 13 - Diapositive
kww
Het koppelwerkwoord
koppelt
het
onderwerp
van de zin aan het deel waarin een
bnw
of
znw
staat.
Het onderwerp
doet
niet iets, maar
is
iets.
Peter
is
een gezellige vriend. (
is
geeft geen handeling aan, het koppelt
Peter
aan
een gezellige vriend
.)
Slide 14 - Diapositive
kww
In een zin kunnen ook een
hww
en een
kww
voorkomen. Het
kww
is dan een
volt.dw
of een
infinitief
.
Junior
is
twee weken ziek
geweest
.
Kww= geweest, Hww= is.
Slide 15 - Diapositive
kww/hww/zww
Een
kww
en een
zww
kunnen nooit tegelijk in een zin voorkomen!
Slide 16 - Diapositive
Zij zou naar school komen.
zou: hww, kww of zww?
A
hww
B
zww
C
kww
Slide 17 - Quiz
Later wordt mijn broer tandarts.
wordt: hww, zww of kww?
A
HWW
B
ZWW
C
KWW
Slide 18 - Quiz
Hij wordt een aardige docent.
wordt: hww, zww of kww?
A
kww
B
hww
C
zww
Slide 19 - Quiz
Theorie Pers.vnw
Een
persoonlijk voornaamwoord
duidt een
persoon
,
dier
of
ding
aan.
Slide 20 - Diapositive
Theorie Pers.vnw
Een
persoonlijk voornaamwoord
bij een:
persoon
Kijk, de buren.
Zij
wonnen een loterij.
dier
Pas op voor de hond.
Hij
bijt.
ding
Ik zoek mijn boek. Zie jij
het
?
Slide 21 - Diapositive
Theorie Bez.vnw
Een
bezittelijk voornaamwoord
- geeft aan
van wie
iets is
- staat
altijd voor een znw
, waar het bij hoort
Jullie
huis
.
Mijn
fiets
.
Jouw
vriendinnen
.
Slide 22 - Diapositive
Schema Pers. & Bez.vnw
Slide 23 - Diapositive
Volgens JOU wil jullie vriend uit Urk jouw zeilboot kopen?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Persoonlijk voornaamwoord
C
Bezittelijk voornaamwoord
D
Geen van allen
Slide 24 - Quiz
Volgens jou wil jullie vriend uit Urk JOUW zeilboot kopen?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Persoonlijk naamwoord
C
Bezittelijk naamwoord
D
Geen van allen
Slide 25 - Quiz
Die mooie boeken zijn niet van ONS.
A
zelfstandig voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord
D
geen van allen
Slide 26 - Quiz
Huiswerk
H1.8 opdracht 6 en 7
Alles online maken!
Slide 27 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
1.8 Grammatica woordsoorten Herhaling - les 1
Mars 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
1.8 Grammatica woordsoorten les 1
Octobre 2021
- Leçon avec
39 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
3.8 Grammatica woordsoorten Herhaling - les 3
Septembre 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Woordbenoemen - zww, kww en hww
Mai 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
Woordbenoemen - zww, kww en hww
Novembre 2021
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
V2 uitleg zww, kww en hww
Septembre 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2 Havo - theorie week 15 H3 zww, kww en hww
Avril 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
week 40 herhalen - zww, kww en hww
Octobre 2021
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2