Aan elkaar of los

DOEL
- je weet wanneer je twee of meer woorden los van elkaar schrijft
- je weet wanneer je twee of meer woorden aan elkaar schrijft
- je weet wat een samenstelling is
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

DOEL
- je weet wanneer je twee of meer woorden los van elkaar schrijft
- je weet wanneer je twee of meer woorden aan elkaar schrijft
- je weet wat een samenstelling is

Slide 1 - Diapositive

Bekijk de afbeelding. Waarin maakt de spatie verschil in betekenis?

Slide 2 - Diapositive

Bekijk de afbeelding. Waarin maakt de spatie verschil in betekenis?

Slide 3 - Diapositive

Wat gaat er soms fout?

Lange woorden.

Ze zien er vaak niet uit en zijn lastig te schrijven.
Daarom zijn we geneigd ze te onderbreken met een spatie. Maar dat kan weer grote gevolgen hebben voor de betekenis!

Slide 4 - Diapositive

Splitsbare werkwoorden

- Aan elkaar: als de delen bij elkaar staan

- Los: als er woorden tussen de delen passen


We mochten de toets overdoen.

Heb je de opdracht al afgemaakt?


De gymlessen vallen uit vandaag. - De gymlessen vallen weer uit vandaag.

Slide 5 - Diapositive

Samengestelde aardrijkskundige namen


- Met een hoofdletter en een streepje ertussen


Noord- Holland

Zuid- Amerikaanse

Etten-Leur

Slide 6 - Diapositive

Samengestelde zelfstandige naamwoorden


- Als twee of meer woorden samen één begrip vormen, schrijf je ze aan elkaar.

schooltas

fietsbel

projectweek

Slide 7 - Diapositive

Woorden die bestaan uit

er, daar, hier of waar + voorzetsel


- Deze woorden schrijf je aan elkaar


Het boek ligt op tafel, het ligt erop.


Slide 8 - Diapositive

Getallen tot en met het woord 'duizend'


- Deze getallen schrijf je aan elkaar


zesenzeventig

drieëntwintigduizend

zevenduizend


groter dan duizend

Deze getallen schrijf je los:

vier miljoen

acht miljard

Slide 9 - Diapositive

Twee voorzetsel die achter elkaar staan


- Deze voorzetsels schrijf je aan elkaar


achteruit

bovenop

tussendoor


Slide 10 - Diapositive