2.3 de opsporing van criminaliteit

Welkom!
2.3 Criminaliteit en opsporing
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
2.3 Criminaliteit en opsporing

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen wanneer we van criminaliteit spreken.
  • Je kent de taak van de personen: politie, officier van justitie, rechter-commissaris.
  • Je kunt voorbeelden noemen van dwangmiddelen waar de politie toestemming voor moet vragen. 

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Individueel maken: Vragen/begrippen 2.3
  • Vragen bespreken
  • Zondag met Lubach: week van de rechtspraak + argumenteren

Slide 3 - Diapositive

Vragen 2.3 (blz 40 LB) 
1. Wat is het verschil tussen overtredingen en misdrijven?
2. Wanneer spreken we van criminaliteit?
3. Wat is de taak van de politie? en wat doet een officier van justitie?
4. Wat is een proces-verbaal?
5. Wat is het Openbaar Ministerie?
6. Wanneer spreken we van een verdachte?
7. Bij wie vraagt de politie toestemming voor extra dwangmiddelen?
8. Bij welke 5 dwangmiddelen heeft de politie toestemming nodig?
9. Welke 3 mogelijkheden heeft de OvJ na het onderzoek? Leg deze uit. 



timer
12:00
Klaar? 2.3 - opdracht 4 t/m 7, 12 en 13 

Slide 4 - Diapositive

Overtreding of misdrijf?
  • Overtreding = minder ernstig (geen strafblad)
  • Misdrijf = ernstige strafbare feiten (wel strafblad en medeplichtig)
  • Criminaliteit = alle misdrijven die in de wet staan.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Categorie Misdrijf

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Wat kan de officier van Justitie doen?
  • Seponeren = Afzien van verder vervolging
  • Transactie/strafbeschikking = De verdachte een voorstel voor een straf doen bijv. geldboete.
  • Vervolgen = De zaak wordt doorgestuurd naar de rechter. 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Opdracht
Stelling: 'de ZSM aanpak is een slechte zaak'

Beargumenteer of je het eens bent met deze aanpak. 
Gebruik de kop, romp, staart methode:
  1. Kop: noemen van standpunt, welke argumenten
  2. Romp: argumenten uitwerken
  3. Staart: conclusie

Gebruik hierbij minimaal 1 begrip dat we behandeld hebben
timer
4:00

Slide 12 - Diapositive

Lezen: 2.3 Criminaliteit 
en opsporing (blz 40 - LB)
Maken: opdracht 4 t/m 7, 12 en 13 
Huiswerk

Slide 13 - Diapositive