3H Les 2 - Herhaling 5.2 + 5.1

Planning
  • Herhaling H5.2 + H5.1 (vorige les)

  • Verdere uitleg H5.1

  • Aan de slag
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Planning
  • Herhaling H5.2 + H5.1 (vorige les)

  • Verdere uitleg H5.1

  • Aan de slag

Slide 1 - Diapositive

Wat gebeurt er met de atomen bij een chemische reactie?
A
verdwijnen en nieuwe worden gevormd
B
die her-rangschikken tot nieuwe moleculen
C
die veranderen van massa
D
die verdwijnen gewoon

Slide 2 - Quiz

Is het roesten van ijzer een chemische reactie?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Is het zetten van koffie een chemische reactie?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Van welk type is de reactie
A + B -> C
A
vormingsreactie
B
ontledingsreactie

Slide 5 - Quiz

Suiker (s) ---> Koolstof (s) + Waterstof (g) + Zuurstof
(g)

Is een voorbeeld van een:
A
Chemische reactie
B
Ontledingsreactie
C
Faseovergang
D
Geen chemische reactie

Slide 6 - Quiz

Maak de volgende reactie vergelijking kloppend. Wat is de ontbrekende coëfficiënt?

C6H14O+?O26CO2+7H2O
A
12
B
9
C
18
D
19

Slide 7 - Quiz

Maak de onderstaande reactievergelijking kloppend:
...H2S(g)+...O2(g)>...H2O(l)+...SO2(g)
A
1 -1-1-1
B
1-2-1-1
C
1-2-2-1
D
2-3-2-2

Slide 8 - Quiz

Bij een ontledingsreactie gaan atomen kapot
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Sleep de juiste begrippen naar de ontledingstypes
Fotolyse
Elektrolyse
Thermolyse
Warmte
Licht
Elektriciteit

Slide 10 - Question de remorquage

Bianca had een jaar geleden cremewitte gordijnen gekocht die perfect pasten bij haar witte muren. Echter kleuren de gordijnen helemaal niet meer mooi bij de muren, doordat de kleur nu meer lichtgeel geworden is. Welk type ontledingsreacie vindt hier plaats?
A
Elektrolyse
B
Fotolyse
C
Thermolyse
D
Verbranding

Slide 11 - Quiz

Welke stof is niet ontleedbaar d.m.v een ontledingsreactie?
A
Water
B
Ijzer
C
Suiker
D
koolstofdioxide

Slide 12 - Quiz

Sleep de ontleedbare stof(fen) naar het doel in het midden.
ONTLEEDBAAR

Slide 13 - Question de remorquage

Het ontleden van suiker is ....
A
Endotherm
B
Exotherm

Slide 14 - Quiz

Wat is er altijd nodig voor een verbranding?
A
brandbare stof, temperatuur en koolstof
B
brandbare stof, warmte en koolstofdioxide
C
brandbare stof, temperatuur en zuurstof
D
verbrande stof, temperatuur en zuurstof

Slide 15 - Quiz

Hoe kun je een brand NIET blussen?
A
Verwijderen van de brandstof
B
Verwijderen van de zuurstof
C
Verwijderen van de temperatuur
D
Meer zuurstof toevoegen

Slide 16 - Quiz

Zand is ook een blusmiddel. Welke verbrandingsvoorwaarde haal je weg, wanneer je zand als blusmiddel gebruikt?
A
Zuurstof
B
Ontbrandingstemperatuur
C
Brandstof

Slide 17 - Quiz

Wat is onvolledige verbranding?
Een verbranding met ........
zuurstof
A
te veel
B
te weinig
C
geen
D
genoeg

Slide 18 - Quiz

Ethanol + zuurstof --> koolstofmono-oxide + roet + water

Deze reactie is een:
A
Volledige verbranding
B
Onvolledige verbranding
C
Geen verbranding

Slide 19 - Quiz

Wat is de juiste reactieschema van de verbranding van kalium?
A
kalium --> kaliumoxide
B
kalium + zuurstof --> kaliumoxide
C
kalium + zuurstof --> kaliumzuurstof
D
kaliumoxide --> kalium + zuurstof

Slide 20 - Quiz

Bij welke type verbranding ontstaat roet?
A
Onvolledige
B
Volledige
C
Ontleding
D
Geen

Slide 21 - Quiz

Herhaling
Bij verbranding ontstaan de oxiden van de atomen die in de (brand)stof zaten

  • Volledige verbranding
  • Onvolledige verbranding



Slide 22 - Diapositive

Herhaling

Slide 23 - Diapositive

Uitleg - Oxiden

Slide 24 - Diapositive

Herhaling
Bij verbranding ontstaan de oxiden van de atomen die in de (brand)stof zaten



Slide 25 - Diapositive

Welke verbrandingsproducten onstaan er bij de onvolledige verbranding van koolstofsulfide?

Slide 26 - Question ouverte

Welke verbrandingsproducten onstaan er bij de volledige verbranding van glucose?

Slide 27 - Question ouverte

Uitleg
Verbrandingsproducten aantonen:
  • Reagens

Reagens = stof die zichtbaar verandert in aanwezigheid van de stof die je wilt aantonen

Slide 28 - Diapositive

Uitleg
Verbrandingsproducten aantonen:
  • Reagens


Slide 29 - Diapositive

Uitleg
Een explosie 
  • = is een snelle en heftige verbrandingsreactie

Extra voorwaarden explosies: 
  • Fijn verdeelde brandstof en zuurstof in verhouding
  • Reactie waarbij veel warmte vrijkomt en direct gassen   worden gevormd

Slide 30 - Diapositive

Wat voor soort reactie is een explosie?
A
endotherm
B
exotherm

Slide 31 - Quiz

Welke factoren zijn van belang voor een explosie?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
voldoende zuurstof en temperatuur
B
perfecte verhouding en verdelingsgraad
C
soort brandbare stof
D
aanwezigheid katalysator

Slide 32 - Quiz

Geef een beschrijving van een reagens
A
Een indicator
B
Een stof die een andere stof aantoont
C
Een mengsel van twee niet mengbare vloeistoffen
D
Een stof die de reactie versnelt zonder zelf verbruikt te worden

Slide 33 - Quiz

Met welk reagens kun je aantonen of een gas koolstofdioxide is?
A
wit kopersulfaat
B
joodwater
C
helder kalkwater
D
zetmeel

Slide 34 - Quiz

Aan de slag 

  • Doorlezen §5.1 + §5.2 (§4.2)
  • Maken:
      * §5.1 => opdr. 8, 9, 10, 11, 13, 14, 17
       * §5.2 => opdr. 29, 30, 31, 32




  • Eerste 5 minuten in stilte
  • Daarna fluisterend overleggen met buur of werken met muziek

  • Vraag? Steek je hand op
  • Af? => Geen huiswerk
timer
5:00

Slide 35 - Diapositive