Feiten meningen argumenten

opstarten
start je laptop op
GEEN TELEFOON
alleen je lessonup pagina staat open
log in met je eigen naam
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

opstarten
start je laptop op
GEEN TELEFOON
alleen je lessonup pagina staat open
log in met je eigen naam

Slide 1 - Diapositive

Feiten, meningen, argumenten

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je al over een mening/feit/argument.

Slide 3 - Carte mentale

Leerdoelen deze les:


  • Je weet wat een feit is;
  • Je weet wat een mening is;
  • Je weet wat een argument is; 
  • Je leert de signaalwoorden kennen die horen bij een argument.

Slide 4 - Diapositive


Staat hier een feit, mening of argument?
Nederlands is het leukste vak op school. 
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 5 - Quiz

Een mening:

  • Wat iemand ergens van vindt.
  • Het is niet controleerbaar. Je kunt het eens of oneens zijn. 
Mening

Slide 6 - Diapositive


Staat hier een feit, mening of argument?
Morgen moet ik naar de tandarts. 
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 7 - Quiz

Een feit:

  • Uitspraak over iets wat waar of onwaar is.
  • Het is controleerbaar. Je kunt het opzoeken.




Feit 

Slide 8 - Diapositive


Staat hier een feit, mening of argument?
 Omdat ik een fijne klas heb, ga ik graag naar school.

A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 9 - Quiz

Een argument:

  • Reden: waarom je iets vindt.
  • Als je een mening hebt over iets, dan moet je altijd één of meerdere argumenten noemen om overtuigend te zijn:
Je gebruikt hiervoor de signaalwoorden: Omdat, want, daarom en namelijk.




Argument

Slide 10 - Diapositive


Staat hier een feit, mening of argument?
Lessen op school vind ik leuker dan thuis

A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quiz


Staat hier een feit, mening of argument?
Sporten is het leukste dat er is

A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 12 - Quiz


Staat hier een feit, mening of argument?
Ik zit in klas K2c.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 13 - Quiz


Staat hier een feit, mening of argument?
Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 14 - Quiz

Noteer een mening.

Slide 15 - Carte mentale

Noteer een feit.

Slide 16 - Carte mentale

Noteer een argument bij je mening.

Slide 17 - Carte mentale

Kun je nog een signaalwoord noemen dat hoort bij een argument?

Slide 18 - Carte mentale

En nu aan de slag..
Maak opdracht 3 op blz. 91/92
of online hoofdstuk 4, lezen, opdracht 3

Slide 19 - Diapositive