Klas 2 - Jodendom Begrippenlijst H1 + H2

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Plek van samenkomst voor tegenwoordige religieuze joden.

1. Synagoge
2. Kerk
3. Moskee
4. Tempel

Belangrijke personen in de joodse religie; met hen begint het joodse volk en het Verbond met god (JHWH).

1. Aartsmannen
2. Uitverkorenen
3. Zondebokken
4. Aartsvaders

Wanneer is de staat Israël gesticht?

1. 2048 v.chr.
2. 1948 n.chr.
3. 1950 n.chr.
4. 1350 v.chr.

Geoorloofd of toegestaan; regels rondom eten en drinken en de bereiding ervan.

1. Midjan
2. Mitswa
3. Kosjer
4. Halal

Laatste overgebleven deel van de vroegere Tempel in Jeruzalem

1. Synagoge
2. Mokum
3. Menora
4. Klaagmuur

De verlosser in het christendom, maar wordt door joden niet zo gezien.

1. Jezus
2. Mozes
3. Abraham
4. Ismaïl

Ritueel waarbij een jongen volwassen wordt en zelf verantwoordelijk is voor het naleven van de joodse Wetten.

1. Briet Mila
2. Bat Mitswa
3. Midjan
4. Bar Mitswa

Verlosser of bevrijder die het Rijk van God op aarde zal brengen en de Tempel zal herstellen

1. Abraham
2. Mozes
3. Messias
4. Sjoa

Zevenarmige kandelaar die in de synagoge wordt gebruikt.

1. Chanoekia
2. Menora
3. Midrasj
4. Jad

De vernietiging van het joodse volk ten tijde van de Tweede Wereldoorlog

1. Holocaust
2. Zionisme
3. Diaspora
4. Sjoa

Ritueel waarbij een jongen officieel tot het joodse volk wordt gerekend. Ook wel besnijdenis genoemd.

1. Bar Mitswa
2. Midrasj
3. Briet Mila
4. Midjan

Hier kwam Abraham van oorsprong vandaan.

1. Ur
2. Kanaän
3. Israël
4. Jeruzalem

Herdenkingsdag naar aanleiding van de vernietiging van het joodse volk in de Tweede Wereldoorlog

1. Davidster
2. Theocratie
3. Jom Hasjoa
4. Jom Kippoer

Manier om extra land te verkrijgen door de eigen bevolking te laten wonen in bezet gebied.

1. Zesdaagse oorlog
2. Diaspora
3. Theocratie
4. Nederzettingenpolitiek

Het verlangen naar een eigen staat rondom Jeruzalem.

1. Diaspora
2. Antisemitisme
3. Zionisme
4. Kanaän

De eerste aartsvader.

1. Isaak
2. Jakob
3. Abraham
4. Ismaël

De discriminatie van joden op grond van hun joodse afkomst en/of geloof.

1. Antisemitisme
2. Zionisme
3. Zondebok
4. Midjan

Verstrooiing; de verspreiding van het joodse volk over de wereld.

1. Zionisme
2. Diaspora
3. Chanoeka
4. Sjoa

Belangrijkste symbool voor het jodendom.

1. Chanoeka
2. Mokum
3. Davidster
4. Jad

Belangrijkste joodse geschriften: naam verwijst naar de verschillende delen

1. Tora
2. Oude Testament
3. Bijbel
4. Tenach

Het Beloofde Land voor de joden.

1. Egypte
2. Mesopotamië
3. Kanaän
4. Israël

Joodse benaming voor Amsterdam; betekent letterlijk 'stad'.

1. Midjan
2. Midrasj
3. Mokum
4. Mesopotamië

De tweede joodse aartsvader.

1. Abraham
2. Isaak
3. Ismaël
4. Jakob

Geschreven commentaren op de Tenach.

1. Sjoel
2. Midrasj
3. Jad
4. Chetoeviem

Overeenkomst tussen God (JHWH) en het joodse volk.

1. Rabbijn
2. Chanoekia
3. Briet Mila
4. Verbond

Religieuze joden die de Tora niet letterlijk nemen en soepel omgaan met de regels

1. Hebreeën
2. Orthodoxen
3. Liberalen
4. Rabbijnen

Versierde kast in de synagoge waarin de Torarollen worden bewaard.

1. Bima
2. Heilige Ark
3. Midrasj
4. Sjoel

Degene die door zijn vader bijna geofferd werd en gered werd door god (JHWH).

1. Abraham
2. Ismaël
3. Isaak
4. Jakob

Andere naam voor synagoge. Verwijst naar het belang van onderwijs in het jodendom.

1. Jad
2. Sjoel
3. Bima
4. Ark

De derde aartsvader.

1. Ismaël
2. Jakob
3. Isaak
4. Abraham

Voorganger in de synagoge.

1. Midjan
2. Rabbijn
3. Priester
4. Imam

Ander woord voor verbond of overeenkomst.

1. Briet Mila
2. Jad
3. Jom Hasjoa
4. Berit

Christelijke benaming voor de joodse geschriften die door de christenen overgenomen zijn.

1. Koran
2. Nieuwe Testament
3. Bijbel
4. Oude Testament

Podium in de synagoge van waar een dienst wordt geleid door de rabbijn.

1. Bima
2. Sjoel
3. Ark
4. Jad

Andere benaming voor de joden naar aanleiding van het Verbond met god (JHWH); zowel positief als negatief.

1. Verbonden Volk
2. Uitverkoren Volk
3. Volk van het Boek
4. Volk van God

Benaming voor het bij elkaar komen van minimaal 10 mannen in de synagoge; dan pas kan de dienst plaats hebben (orthodox).

1. Midrasj
2. Jad
3. Midjan
4. Bima

Feest waarbij verwezen wordt naar de wens om een eigen land te hebben.

1. Jom Hasjoa
2. Pesach
3. Jom Israël
4. Chanoeka

Degene naar wie het land Israël is vernoemd; betekent 'vechten met god'.

1. Abraham
2. Isaak
3. Jakob
4. Ismaël

Andere benaming voor het joodse volk.

1. Hebreeën
2. Hebreeuwsen
3. Orthodoxen
4. Kanaänieten

Aanwijsstokje om mee te lezen uit de Torarollen.

1. Bima
2. Jad
3. Ark
4. Sjoel