T1 BS 3 & 4 3TA

Wat is een organisme

Wat zijn de levenskenmerken

Levensloop en levenscyclus 

hoe gebruik ik een microscoop? 

Welke onderdelen heeft het?

Hoe maak ik een preparaat?

Bladzijde 14 tm 17

werkboek: 12 tm 14

Biologie

September

Bladzijde 14 tm 17

werkboek: 12 tm 14

opdracht 9 tm 12

Bladzijde 14 tm 17

werkboek: 12 tm 14

opdracht 9 tm 12

Wat zijn de levenskermerken?

Zet neer van klein naar groot:

orgaan - weefsel - organisme - cel - organenstelsel -

Tekenregels

1. maak een grote tekening
2. gebruik het juiste potlood (hb)
3. Als je kleurt gebruik je kleurpotloden (geen stiften)
4. Teken eerst de omtrek met dunne lijnen, dan pas de onderdelen. Verduidelijk daarna de lijnen.
5. Teken wat je ziet. Maak het niet te ingewikkeld.
6. Zet de algemene gegevens neer. (klas naam datum onderwerp etc)
7. Schrijf de benamingen op. Rechte paralellen lijnen.

hoe gebruik ik een microscoop? 

Welke onderdelen heeft het?

Welke cellen kennen we en wat zijn hun verschillen in bouw?

Ik ken de onderdelen van een plantencel en dierlijke cel.

Bladzijde 18 tm 20

werkboek: 15 en 16

Biologie

September

Bladzijde 18 tm 20

werkboek: 15 en 16

opdracht 13 tm 16

Doelen behaald?

Bladzijde 18 tm 20

werkboek: 15 en 16

opdracht 13 tm 16

Basisstof 

4; 

Cellen

Plantaardige cel

Dierlijke cel

Korrels in het cyotplasma

Bladgroenkorrels

Kleurstofkorrels

Zetmeelkorrels

Overeenkomsten/verschillen