Thema 1.5/1.6/1.7

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Thema 1

Geld en economie

Wat gaan we vandaag doen?

• Bespreken van het huiswerk
• Uitleg thema 1.5
• Uitleg thema 1.6
• Uitleg thema 1.7
• Oefenopgaven
• Huiswerk maken

Thema 1.5

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je de volgende vragen beantwoorden:

Welke soorten inkomsten ken je?

Welke soorten uitgaven ken je?

Belangrijkste inkomensbronnen

• Inkomen uit arbeid
• Inkomen uit bezit
  
• Inkomen uit een eigen bedrijf

• Inkomen uit overdrachten
• Inkomen in Natura

bijv. salaris en loon

bijv. rente over je spaargeld, dividend (aandelen), huuropbrengst, winst voor de eigenaar van een bedrijf (= inkomen uit arbeid en uit bezit!!)

bijv. zak- en kleedgeld, toeslagen en uitkeringen. je ontvangt geld zonder dat je er een directe prestatie voor hoeft te leveren

Je krijgt de winst

bijv. auto van de zaak, mobiele telefoon, eten

Waaraan geef je je geld uit???

Soorten uitgaven:

• dagelijkse uitgaven

de alledaagse uitgaven voor je huishouden. (dagelijkse uitgaven)

• vaste lasten

de uitgaven die je met een vaste regelmaat moet betalen

• incidentele uitgaven

meestal grote uitgaven die je niet zo vaak doet en niet met een vaste regelmaat

verschillende uitgaven

Geef de juiste drie soorten inkomens:

1. Inkomen uit arbeid
2. Inkomen uit bezit
3. Incidenteel inkomen
4. Overdrachtsinkomen

Wat zijn dagelijkse uitgaven?

1. overzicht van inkomsten en uitgaven
2. uitgaven die regelmatig terugkeren
3. uitgaven voor boodschappen
4. Uitgaven die je niet zo vaak doet

Thema 1.6

Leerdoelen

Je leert hoe je een procentuele verandering kunt uitrekenen

Oud en nieuw

• verhoudingstabel
• Formule 

verhoudingstabel

verhoudingstabel

Formule

Formule

Harrie zijn zakgeld daalt van €25 naar €20 per maand.
Bereken hoeveel procent zakgeld hij nu minder krijgt dan voorheen.

Een voetbalclub groeit van 23 kinderen uit tot een club met 41 kinderen.
Met hoeveel procent is het ledenaantal gegroeid?

Een huis dat te koop staat kostte in 2016 €348.000. Nu staat het te koop voor €299.500. Met hoeveel procent is de prijs gezakt ten opzichte van het jaar 2016?

Thema 1.7

Leerdoelen 

Welke drie spaarmotieven kennen we?

Welke factoren hebben invloed op de hoeveelheid rente die je betaalt?

Je hebt een afbeelding van Fokke en Sukke gezien, wat betekent de tekst hierbij?

Spaarmotieven

Sparen is het niet besteden van inkomen

Sparen voor een doel

Sparen uit voorzorg

Sparen voor rente

Rente

• Het bedrag dat je leent
• De tijd 
• Het rentepercentage

Lenen

Lenen is het gebruiken van andermans geld

Een lening moet afgelost worden: het terugbetalen van het geleende bedrag

Wat zijn de drie spaarmotieven?

Welke factoren hebben invloed op de hoeveelheid rente die je betaalt?

AAN HET WERK!

Maken:

1 t/m 8 van 'Inkomsten en Uitgaven'

1 t/m 12 van 'Procenten-2'

1 t/m 10 van 'Sparen en Lenen'