Vragend voornaamwoord


§9: vragend voornaamwoord
Voordat we beginnen:
2T
GRAMMATICA
WOORDSOORTEN
timer
10:00
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon


§9: vragend voornaamwoord
Voordat we beginnen:
2T
GRAMMATICA
WOORDSOORTEN
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Bespreken
Pak voor je: 

Bladzijde 210
Opdracht 2, 3 & 4 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen

Grammatica woordsoorten

- Je weet wat een vragend voornaamwoord is

- Je kunt in een zin de vragende voornaamwoorden benoemen.
     

Slide 3 - Diapositive

Herhaling: aanwijzend voornaamwoord
1) Deze vraag vind ik helemaal niet moeilijk.

2) Wie heeft dat mooie verhaal geschreven?

3) Dergelijke vragen mogen ze me gerust stellen.

Slide 4 - Diapositive

§9 Vragend voornaamwoord (vr.vnw)
Er zijn vier vragende voornaamwoorden:
>> wie, wat, welk(e), wat voor (een)

Leer ze uit je hoofd!!

Alle andere vraagwoorden zijn bijwoorden.

Slide 5 - Diapositive

§9 Vragend voornaamwoord (vr.vnw)
Een vr.vnw staat meestal aan het begin van een vraag.
Voorbeeld: Welke spieren train je met hardlopen?

Wanneer een vr.vnw midden in een zin staat, kun je er een vraag van maken waarin het vragend voornaamwoord vooraan komt te staan.
Weet jij wie er morgen op je verjaardag komen?
Wie komen er vanavond op je verjaardag, weet jij dat? 
Wie = vragend voornaamwoord

Slide 6 - Diapositive

§9 Vragend voornaamwoord (vr.vnw)
Let op!
Wie en wat zijn géén vragend voornaamwoord als ze terugwijzen naar een eerder genoemd woord.
>> Heb je alles wat je nodig hebt ingepakt? 
('Wat' verwijst naar 'alles'.)
>> De jongen naar wie je vroeg, loopt daar.
('Wie' verwijst naar 'jongen'.)

Slide 7 - Diapositive

§9 Vragend voornaamwoord (vr.vnw)
Dus leer uit je hoofd: 
>> Wie, wat, welk(e), wat voor (een)

Alle andere vraagwoorden zijn bijwoorden.

Slide 8 - Diapositive

Noem 2 vragende voornaamwoorden.

Slide 9 - Carte mentale


Wie heeft dat mooie verhaal geschreven? 
Het vragend voornaamwoord is:
A
Wie
B
dat
C
mooie

Slide 10 - Quiz


Benoem het vragend voornaamwoord.

Wie is er in een schrikkeljaar geboren? 

Slide 11 - Question ouverte


Benoem het vragend voornaamwoord.

Ik weet niet wat we vandaag gaan eten. 

Slide 12 - Question ouverte


Benoem het vragend voornaamwoord.

Wanneer kun je het beste beginnen met leren? 

Slide 13 - Question ouverte


Benoem het vragend voornaamwoord.

Wat voor een hond past bij jou? 

Slide 14 - Question ouverte


Benoem het vragend voornaamwoord.

Weet je welke prijs we gewonnen hebben? 

Slide 15 - Question ouverte

vragend
voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
Van
wie
is 
die
mooie
sjaal? 

Slide 16 - Question de remorquage

vragend
voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
Wat
heb
je
met
deze
boeken 
gedaan?

Slide 17 - Question de remorquage

Aan de slag
Vragend voornaamwoord
Opdracht 1 t/m 5 (blz. 214-215)

Opdracht 1 t/m 3: in je boek
Opdracht 4 + 5 : in je schrift

Klaar?
Ga naar SOM -> cursus 5 grammatica -> maak § 11 WS Mixopdrachten

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Slide 20 - Lien

Slide 21 - Lien

Slide 22 - Lien

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 23 - Question ouverte

Waar wil je nog uitleg over?

Slide 24 - Question ouverte

Extra uitdaging!
Op de volgende slide vind je een oefening met daarin alle voornaamwoorden die we tot nu toe gehad hebben:
- persoonlijk voornaamwoord
- bezittelijk voornaamwoord
- vragend voornaamwoord
- aanwijzend voornaamwoord

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Lien