Grammatica 1 woordsoorten

Vroeger durfde ik niet van de hoge glijbaan. (voorzetsel?)
1 / 15
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vroeger durfde ik niet van de hoge glijbaan. (voorzetsel?)

Slide 1 - Question ouverte

De oude kunstenaar schildert op het witte doek. (zelfstandige naamwoorden?)

Slide 2 - Question ouverte

Gisteren hebben we door een donker bos gelopen. (werkwoord?)

Slide 3 - Question ouverte

In de wei groeien mooie gele bloemen (bijvoegelijk naamwoord?)

Slide 4 - Question ouverte

De oude vrouw gooide haar afval in zijn container. (bezittelijk voornaamwoord?)

Slide 5 - Question ouverte

Morgen gaan we naar mijn tante. (persoonlijk voornaamwoord?)

Slide 6 - Question ouverte

Schrijf alle lidwoorden die je kent op:

Slide 7 - Question ouverte

Het houten bankje staat voor het raam. (zelfstandig naamwoord?)

Slide 8 - Question ouverte

In de tuin staan een grote boom. (voorzetsel?)

Slide 9 - Question ouverte

De jonge kinderen zitten voor de tv. (werkwoord?)

Slide 10 - Question ouverte

We zitten op de houten bank. (bijvoegelijk naamwoord?)

Slide 11 - Question ouverte

Na de derde klap zat de spijker in het hout. (lidwoord?)

Slide 12 - Question ouverte

De fluwelen broek zit in de bruine doos. (stoffelijk bijvoegelijk naamwoord?)

Slide 13 - Question ouverte

De vlinder vliegt naar de rode bloem. (voorzetsel?)

Slide 14 - Question ouverte

Zijn zusje heeft het woordenboek. (bezittelijk voornaamwoord?)

Slide 15 - Question ouverte