7.5 Een populatie vol allelen 4V 2122

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 7.5 Een populatie vol allelen
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 43 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 7.5 Een populatie vol allelen

Slide 1 - Diapositive

Doel 7.5 deel 1
Je leert hoe de frequentie van een allel en een genotype in een populatie kunnen veranderen

Slide 2 - Diapositive

Populatiegenetica
Genetische variatie in een populatie is te kwantificeren door te kijken naar
Allelfrequentie: hoe veel komt een bepaald allel voor?
Genotypefrequentie: hoe vaak komt een bepaald genotype voor?

Slide 3 - Diapositive

Genotypefrequentie
Bijvoorbeeld allel voor groene erwten (A) en gele erwten (a).

AA: 0,7 (= 70%) 
Aa: 0,25 (= 25%) 
aa: 0,05 (= 5%) 

Nu kun je de allelfrequentie bepalen.

Slide 4 - Diapositive

Allelfrequentie
Bijvoorbeeld allel voor groene erwten (A) en gele erwten (a).

AA: 0,7 dus 0,7 A
Aa: 0,25 dus 0,125 A + 0,125 a
aa: 0,05 dus 0,05 a 

Totaal 0,825 A (= 82,5%) en 0,175 (= 17,5%) a

Slide 5 - Diapositive

Allelfrequenties veranderen
Door gene flow
Het mixen van allelen tussen populaties door migratie


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Allelfrequentie voor grijze vacht omlaag
Allelfrequentie voor grijze vacht omhoog

Slide 8 - Diapositive

Allelfrequenties veranderen
Door genetic drift
Veranderingen in de genetische samenstelling van een populatie door toeval.

Bijvoorbeeld bij voortplanting in kleine populatie.


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Allelfrequenties veranderen
Door genetic drift
Veranderingen in de genetische samenstelling van een populatie door toeval.

Bijvoorbeeld door het flessenhals effect.


Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Catastrofe

Slide 13 - Diapositive

Allelfrequentie voor grijze vacht omhoog

Slide 14 - Diapositive

Allelfrequenties veranderen
Door genetic drift
Veranderingen in de genetische samenstelling van een populatie door toeval.

Bijvoorbeeld door het founder effect.


Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Allelfrequentie voor grijze vacht omlaag

Slide 18 - Diapositive

Allelfrequenties veranderen
Door natuurlijke selectie
Veranderingen in de genetische samenstelling van een populatie als gevolg van een verschillende fitness.





Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Allelfrequentie voor grijze vacht omlaag

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Allelfrequentie voor grijze vacht omhoog

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Populatiegenetica
Genetische variatie in een populatie is te kwantificeren door te kijken naar
Allelfrequentie: hoe veel komt een bepaald allel voor?
Genotypefrequentie: hoe vaak komt een bepaald genotype voor?

Slide 28 - Diapositive

Hardy Weinberg formule
Ik noem de allelfrequentie van het 
dominantie allel p.
Ik noem de allelfrequentie van het
recessieve allel q.
Dan is p + q = 1.

Slide 29 - Diapositive

Hardy Weinberg formule
Stel een nieuw individu wordt geboren
in een populatie waarin geldt
p + q = 1.
Wat is dan de kans dat dit individu
genotype AA heeft? En Aa? En aa?

--> Allelfrequentie!


Slide 30 - Diapositive

Hardy Weinberg formule
Een individu in een populatie heeft 
dus kans p op A en kans q op a.
De kans op AA is dan p*p = p2
De kans op Aa (plus aA) is dan 2*p*q
De kans op aa is dan q*q = q2
Én p2 + 2pq + q2 = 1
--> Genotypefrequentie!



Slide 31 - Diapositive

Hardy Weinberg formule
genotypefrequentie AA is p2
genotypefrequentie Aa is 2pq
genotypefrequentie aa is q2



Slide 32 - Diapositive

Hardy Weinberg evenwicht
Als er in een populatie géén sprake is van geneflow, genetic drift en natuurlijke selectie of mutaties dan blijven de allelfrequentie en genotypefrequenties over de generaties hetzelfde.

Dan mag je uitgaan van p + q = 1 en p2 + 2pq + q2 = 1





Slide 33 - Diapositive

Gebruik wet Hardy-Weinberg

  • Aantonen of een populatie voldoet aan de wet of niet door te kijken of de allelfrequentie verandert per generatie
  • Berekenen allelfrequenties vanuit genotype frequenties en andersom

Slide 34 - Diapositive

Opdracht 1
In een populatie worden 50 katten geteld, 2 hebben witte haren, 48 hebben zwarte haren. Het allel voor witte haren is recessief.
(1) Bereken de allelfrequentie van A en voor a
(2) Welk deel van de zwartharige katten is heterozygoot?

Slide 35 - Diapositive

(1) Bereken de allelfrequentie van A en voor a
genotypefrequentie van aa = 4% of 0,04
Dus q2 is 0,04
Dus q = 0,2 (dit is de allelfrequentie van a) 
Als q = 0,2 en p + q = 1 
dan is p = 0,8 (dit is de allelfrequentie van A)

(1) Antwoord: Allelfrequentie A = 0,8 en a = 0,2

Slide 36 - Diapositive

(2) Welk deel van de zwartharige katten is heterozygoot?
Zwartharige katten zijn AA of Aa.
Genotypefrequentie van AA is 0,8 * 0,8 = 0,64
Genotypefrequentie van Aa is 2 * 0,8 * 0,2 = 0,32
Totaal 0,96 waarvan 0,32 heterozygoot.

0,32 / 0,96 * 100% = 33% van de zwartharige katten is heterozygoot

Slide 37 - Diapositive

Opdracht 2 
Bij schapen komt een witte vacht tot stand onder invloed van het dominante gen H en een zwarte vacht door het recessieve gen h. Uit een kudde schapen in Idaho werd een steekproef van 900 schapen genomen. Van deze schapen hadden er 891 een witte vacht en 9 een zwarte vacht. Op deze populatie is de regel van Hardy Weinberg van toepassing.

Bereken de frequentie van allel H in deze populatie.


Slide 38 - Diapositive

Opdracht 2 uitwerking
H = wit allel, h = zwart allel
HH = wit fenotype, Hh = is wit fenotype, hh = is zwart fenotype

genotypefrequentie hh = 9 / 900 = 0,01
q2 = 0,01 
q = 0,1 = allelfrequentie h
Omdat p + q = 1
p= 0,9 = allelfrequentie H


Slide 39 - Diapositive

Allelfrequentie
Bijvoorbeeld allel voor groene erwten (A) en gele erwten (a).

AA: (p2) 0,7 dus 0,7 p
Aa: (2pq) 0,25 dus 0,125 p + 0,125 q
aa: (q2) 0,05 dus 0,05 a 

Totaal 0,825 A (= 82,5%) en 0,175 (= 17,5%) a

Slide 40 - Diapositive

Allelfrequentie
Dus: als ik de genotypefrequentie weet kan ik de allelfrequentie bepalen.
Maar het kan ook andersom!

Slide 41 - Diapositive

Doel 7.5
Je leert hoe de frequentie van een allel en een genotype in een populatie kunnen veranderen

Slide 42 - Diapositive

Begrippen 7.5
populatiegenetica, allelfrequentie, genotypefrequentie, genenpool, natuurlijke selectie, geneflow, genetic drift, founder effect, flessenhalseffect

Slide 43 - Diapositive