HST 3 Water. Pgf 1

Water 
paragraaf 1
Water op aarde
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Water 
paragraaf 1
Water op aarde

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Deze periode werken we met weektaken
-Elke week 1 paragraaf. De opdrachten en een bijbehorende oefentoets heb je aan het eind van de week af. 

-Huiswerk maken doe je ONLINE of via het boek.

-Toetsweekstof mavo: 3.1 t/m 3.5
-Toetsweekstof havo: 3.1 t/m 3.6



Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk deze week
-§ 3.1 af
-oefentoets 3.1 af
-Bekijken schooltv filmpje waterkringloop (uitleg volgt)

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen  
1: Je weet hoe water is verdeeld over de aarde.
2: Je weet hoe de korte en lange waterkringloop werkt.
3: Je kent de drie soorten rivieren.         ALLEEN MAVO
4: Je begrijpt waardoor er soms veel en soms weinig water beschikbaar is.
5: Je kunt een grafiek van een waterbalans lezen en begrijpen.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Gebruik van water in een huishouden. Per dag verbruik je als volwassen persoon ongeveer 120 liter kraanwater. Een gemiddeld douchebeurt kost 70 liter water.

De vraag is, hoe komen we aan al dat water?
Hoe is al het water verdeeld over de aarde?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waterkringloop
Al het water op de aarde, blijft ook op de aarde. Er is een balans en het is een kringloop.


1

Slide 7 - Diapositive

Een kringloop betekent dat een proces zich telkens herhaalt. Denk bijvoorbeeld aan een tweedehands kringloop!

Waterkringloop
Al het water op de aarde, blijft ook op de aarde. Er is een balans en het is een kringloop.

Wat moet je kennen?
De kleine en de grote
waterkringloop.
1
verdamping

Slide 8 - Diapositive

Een kringloop betekent dat een proces zich telkens herhaalt. Denk bijvoorbeeld aan een tweedehands kringloop!

Hoeveel procent van de aarde bestaat uit water?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel procent van de aarde bestaat uit water?
70% water
30% land


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe is water verdeeld?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening
Vul de juiste woorden in met behulp van de figuur.



97,5 % van water op aarde is …………... en 2,5% is ..........

Zoetwater is vooral opgeslagen in vaste vorm, namelijk in ........ en ........

Onze drinkwater zit voornamelijk in......... en ...........


2

Slide 12 - Diapositive

De antwoorden schrijf je in je schrift. Je kunt ze niet typen op je scherm!
Oefening
Vul de juiste woorden in met behulp van de figuur.


97,5 % van water op aarde is zoutwater en 2,5% is zoetwater.

Zoetwater is vooral opgeslagen in vaste vorm, namelijk in ijskappen en gletsjers.


Onze drinkwater zit voornamelijk in grondwater en water in meren.

2

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De volgende link moet je als huiswerk bekijken. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Lien

https://www.ntr.nl/html/micrio/schooltv/waterkringloop/

Start de lange waterkringloop.
Waterbalans
Water komt een gebied binnen via rivieren of neerslag.

Hoeveel water er binnen komt - hoeveel er uitgaat kun je weergeven in een waterbalans

5

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zou het betekenen als er een positieve waterbalans is?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Als het regent stroomt het water:
Hoe heet zichtbaar water in rivieren?

Oppervlaktewater en grondwater kan opnieuw aangevuld worden.
Hoe noem je dat?

Naar de rivieren en in de grond

oppervlaktewater
vernieuwbare voorraad

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

3 soorten rivieren
Regen die boven land valt stroomt altijd naar een lager punt. Zo vormen stroompjes die samen komen en een regenrivier vormen.
3

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3 soorten rivieren
Hoog in de bergen valt er sneeuw.
 
Dikke lagen sneeuw die op elkaar drukken en veranderen in ijs vormen een gletsjer.

Gletsjer smelt                    ontstaat gletsjerrivier
3

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3 soorten rivieren
Onderweg naar zee worden gletsjerrivieren aangevuld door regenrivieren.

Gletsjerrivier+ regenrivier= gemengde rivier

De Rijn is een voorbeeld
3

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een rivier heeft
altijd evenveel water
4
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Dit verschil in afvoer noem je regiem.
Wanneer hebben regenrivieren in West-Europa meestal veel water?
4
A
Lente en zomer
B
Herfst en winter

Slide 23 - Quiz

Het regent dan vaker en er verdampt weinig water.
Een gletsjerrivier heeft juist veel water in het voorjaar (lente). Waarom is dat zo?
4
A
Dan regent het extra hard
B
Dan smelt het ijs

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions