GO 4 les 5

GO-4 Les 5 plantherkenning
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
gewasbeschermingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

GO-4 Les 5 plantherkenning

Slide 1 - Diapositive

Hoe ziet komende periode eruit?
29.01
opstart G0-4
05.02
onkruiden open teelt 1 t/m 10
19.02
onkruid open teelt 11 t/m 20
26.02
voorjaarsvakantie
05.03
onkruid open teelt 21 t/m 30
19.03
onkruid open teelt 31 t/m 40
26.03
ziekten en plagen - loonwerk & akkerbouw (aparte lijst)
02.04
goede vrijdag (vrij)
09.04
ziekten en plagen - loonwerk & akkerbouw (aparte lijst) 

Slide 2 - Diapositive

Stuur een foto van je stuk grond (deze is nu dus 3 weken 'zwart')

Slide 3 - Question ouverte

Akkerdistel
Akkerhoornbloem
Akkerwinde
Bastaardwederik
gehoorde klaverzuring

Slide 4 - Question de remorquage

gewone paardebloem
Akkerviooltje
Akkerereprijs
gewone melkdistel
echte kamille

Slide 5 - Question de remorquage

kruipende boterbloem
knolcyperus
kleine brandnetel
kleine kruiskruid
kleine veldkers

Slide 6 - Question de remorquage

hondsdraf
kleefkruid
hondsdraf
jacobskruiskruid
kaal knopkruid

Slide 7 - Question de remorquage

Kweek
Herkenning Dof grijsgroene bladeren met verspreide haren. Veel haren op de bladschede. Dunne en lichtgekleurde nerven. Tongetje zeer kort, bleek en fijn getand. Stengelomvattende oortjes, bleek, lang en smal. Bloeiwijze een aar. Bloeitijd, juni - september. De weinige en slecht kiemkrachtige zaden kiemen vooral in de zomer. Plant met ronde spruit en ondergrondse wortelstokken (rhizomen) die scherp gepunt zijn. Levenswijze Kweek is een overblijvend wortelonkruid. De soort verspreidt zich door de wortelstokken. Wordt de wortelstok doorgesneden dan lopen de stukken opnieuw uit; hoe fijner de stukken, hoe meer uitlopers. Zode met kweek dan ook niet frezen. Met kweek besmette percelen zijn ongeschikt voor de teelt van graszaad. Kweek concurreert met het gewas, is waardplant voor meerdere ziekten en plagen (meeldauw, roest, havercystenaaltje, tarwestengelgalmug en tarwehalmdoder) en heeft een lage waardering als voedergras.

Slide 8 - Diapositive

Melganzevoet
Melganzenvoet is een van de meest voorkomende bouwlandonkruiden, maar kan ook in plantsoenen tot ontwikkeling komen. Melganzenvoet groeit op alle grondsoorten en kiemt vanaf april tot ver in de zomer. De plant kan tot een meter hoog worden en kan een grote hoeveelheid zaden voortbrengen. Vanaf juni bloeit deze meldesoort. Door bevriezing tijdens de eerste nachtvorsten verdwijnt de plant. Levenswijze Melganzenvoet is een eenjarig zaadonkruid dat in het voorjaar kiemt. De voorjaarsontwikkeling van ganzenvoetsoorten kan bij goede groeiomstandigheden zeer snel verlopen, waardoor dit onkruid in staat is een kiemend gewas volkomen te overwoekeren. De melganzenvoet is in een droge periode uitstekend mechanische te bestrijden door middel van eggen, schoffelen en aanaarden. Hoe kleiner het plantje, deze te gevoeliger voor eggen, dus bij voorkeur in witte dradenstadium of in het stadium van gestrekte kiemlobben.

Slide 9 - Diapositive

Paarse dovennetel
De kiemlobben van paarse dovenetel zijn aan een uiteinde getand, aan het andere uiteinde iets gedeukt met een puntje in het deukje. De paarse dovenetel kan in herfstingezaaide gewassen behoorlijke pollen vormen De echte blaadjes zijn min of meer driehoekig in omtrek en golvend getand. De onderste bladeren hebben langere bladstelen dan de hogere blaadjes. Aan de top van de stengels zitten de blaadjes vrij dicht op elkaar (bijenkorf). Zoals bij alle lipbloemigen is de stengel van de paarse dovenetel vierkant (duidelijk te voelen) en zitten de blaadjes twee aan twee kruisgewijs tegenover elkaar. Levenswijze De paarse dovenetel is een éénjarig, sterk aromatisch zaadonkruid, dat zowel in het najaar als in het voorjaar kiemt. Kan voorkomen in plantsoenen en op akkers. Vormt niet veel bladmassa en is daardoor meestal geen echte concurrent van het gewas. Waardplant voor o.a. meeldauwschimmels. Maatregelen Niet chemisch Mechanisch met eggen, schoffelen, stomen, borstelen etc.

Slide 10 - Diapositive

zachte Ooievaarsbek
Ooievaarsbek is een laagblijvende plant met zachtwollige beharing op de bladeren. Op de (meestal liggende) stengels haren van verschillende lengte. Roze bloemen die altijd twee aan twee te vinden zijn. Levenswijze De plant vormt veel zaad, dat jarenlang kiemkrachtig blijft. Ooievaarsbek komt voor op zand- en kleigrond als er voldoende stikstof aanwezig is. De soort geeft eoncurrentie en verontreiniging van (gras- en klaver)zaad Maatregelen Contactmiddelen werken beter dan groeistoffen. Op (half)verhardingen kan selectief gespoten worden met glyfosaat (Roundup).

Slide 11 - Diapositive

Perzikkruid
Het perzikkruid is een 40 tot 80 cm hoge, éénjarige plant met liggende en opstijgende stengels. De glanzende, eironde bladeren zijn ongesteeld met vliezige kokertjes bij de knopen, met tanden die uitlopen tot haartjes. Vaak hebben de bladeren een bruinachtige vlek op het midden. De aarvormige bloeiwijze is vertakt met een rode stengel en dicht bezet met roze of witte bloemen. Ze bloeien van juni tot oktober. De kiemplant is herkenbaar aan de rode stengel (roodpoot) en vaak paarsrode blad. Levenswijze Perzikkruid is een eenjarig zaadonkruid dat in het voorjaar kiemt. Het is een algemeen voorkomend onkruid in tuinen en akkers. Het is een gidssoort voor een zeer voedselrijke, vochtige bodem. Maatregelen Niet chemisch Voedingstoestand van de grond verbeteren. Ontwatering verbeteren. Verstoringen voorkomen.

Slide 12 - Diapositive

Ridderzuring
Ridderzuring is een overblijvende plant van 40 tot 125 cm hoog. De bladeren zijn lang, van 10 tot 30 cm, en langwerpig, vaak wat rood aangelopen met een hartvormige bladvoet. De onderste bladeren zijn breed en stomp, de bovenste spitser. De bloemen staan in een lange vertakte tros. De bloemen zijn drietandig, soms vijftandig, bruinachtig tot rood. Ze bloeien van juni tot juli. Levenswijze Ridderzuring is een overblijvend zaad- en wortelonkruid. Ze kiemen in het najaar. Ze bloeien van juni tot juli. Het is een algemeen onkruid op weilanden, ruderale terreinen, langs wegen en onder houtige begroeiingen. Het is een gidssoort voor een zeer voedselrijke, verdichte, vochtige bodem. Maatregelen Niet chemisch Voedingstoestand van de grond verbeteren. Ontwatering verbeteren

Slide 13 - Diapositive

straatgras
Herkenning Lichtgroen gekleurde bladeren zonder beharing. Duidelijk zichtbaar tongetje, maar de oortjes ontbreken. Halverwege het blad komen vaak dwarsrimpels voor. De plant stoelt sterk uit en vormt polletjes met vele stengels. Levenswijze Straatgras is een jaarrondkiemer en de kiemplant heeft een gevouwen spruit. De plant bloeit met een open pluim. De zaden kiemen vooral op plaatsen waar de zode van de grasmat is beschadigd, en op plaatsen waar de grond enigermate verstoord is (geweest). Straatgras is droogtegevoelig, bij een hoge bezetting met straatgras zal bij droogte de zode open plekken vertonen door het wegvallen van straatgras, zodat andere ongewenste planten kunnen optreden. Straatgras kan als waardplant dienen voor: Phoma, rhizoctonia en verticillium. In bieten en uien kunnen pollen straatgras de jonge bieten- en uienplantjes verstikken. hele jaar door groeit, bloeit en zaad leverd

Slide 14 - Diapositive

uitstaande melde
Een uitstaande melde is lichter groen van kleur dan de melganzenvoet. Levenswijze De uitstaande melde is evenals de melganzenvoet en de stippelganzenvoet een voorjaarskiemend en éénjarig onkruid van ruderale terreinen van vrijwel alle grondsoorten. . Melde is een pionier, en kan zich alleen handhaven dank zij grondbewerkingen. Op onberoerde grond en in grasland komt deze plant niet tot ontwikkeling. In ecologisch beheerd groen is deze plant meestal niet problematisch. Maatregelen Niet chemisch De melde is in een droge periode uitstekend mechanische te bestrijden door middel van eggen, schoffelen en aanaarden. Hoe kleiner het plantje, deze te gevoeliger voor eggen, dus bij voorkeur in witte dradenstadium of in het stadium van gestrekte kiemlobben.

Slide 15 - Diapositive

(vogel) muur
Muur of vogelmuur wordt tot maximaal 50 cm hoog en kan grote pollen vormen. Muur heeft witte kleine bloempjes. Levenswijze Vogelmuur is een jaarrond kiemend eenjarig zaadonkruid. Het komt voor op akkers, in plantsoenen en in grasland, grasvelden en gazons Het komt op vrijwel alle grondsoorten voor en kan het hele jaar bloeiend aangetroffen worden. Het is een indicatie voor een stikstofrijke grond. Muur kan in alle gewassen behoorlijke dichte pollen vormen, die concurreren met het gewas. Ook in weidepercelen en in openbaar groen is muur een veel voorkomend onkruid. In pas ingezaaide grasvelden en gazons kan muur zich tijdens de wintermaanden sterk uitbreiden. De grasgroei staat bij lage temperaturen stil terwijl muur zich bij die temperaturen wel kan uitbreiden, om verstikking van het gras te voorkomen is in het vroege voorjaar soms een bestrijding nodig. Maatregelen In graslandpercelen is muur chemische te bestrijden, maar ook door het land met een onkruid eg te bewerken. Muur is gevoelig voor groeistoffen en kan vaak met een zeer lage dosering al bestreden worden.

Slide 16 - Diapositive

Zevenblad
Zevenblad is een woekerende, grote (tot 1 m), overblijvende planten met holle, hoekige stengels heeft vele ondergrondse uitlopers. De planten vormen wortelbladeren, die dubbel drietallig geveerd zijn. De blaadjes zijn langwerpig tot eirond en getand. De bladsteel is driekantig en met merg gevuld. De bloemen staan in samengestelde schermen en zijn wit van kleur. De bloeitijd is van juni tot juli. In sommige streken noemen ze het ook wel hanenpoot. Levenswijze Zevenblad is een overblijvend wortelonkruid en kan hardnekkig zijn in tuinen. Ze groeien op humusrijke, vochtige plaatsen in tuinen, waterkanten, dijken, tuinen, bermen en bosranden. Het is een gidssoort voor voedselrijke tot zeer voedselrijke, vaak vochtige bodem. Maatregelen Niet chemisch Voorkomen van verstoringen. Verrijking van de grond voorkomen. Maaien en maaisel afvoeren voor de bloei. De ontwatering verbeteren.

Slide 17 - Diapositive

Zwaluwtong
De zwaluwtong is een tot 100 cm hoge, éénjarige plant met dunne, kruipende of slingerde, hoekige stengels. De bladeren zijn gesteeld en langwerpig eivormig tot driehoekig pijlvormig toegespitst. De bloemen zitten in gesteelde, losse trosvormige bloeiwijzen in de oksels van de bladeren. Ze zijn klein en groenig, wit of roze van kleur. Ze bloeien van juli tot oktober. De kiemplant is herkenbaar aan smalle kiemlobben en een hartvormig blad. Levenswijze Zwaluwtong is een eenjarig zaadonkruid en kiemt in het voorjaar. Het is een algemeen voorkomend onkruid op akkers, braakland, op stortplaatsen en in hagen en heesters. Het is een gidssoort voor een matig voedselrijke tot voedselrijke vochtige bodem.

Slide 18 - Diapositive

zwarte nachtschade
Bladeren met gave bladrand, vrij breed, onregelmatig ovaal. Ze zijn dof donkergroen met donkere nerven en soms een zwarte rand. De stengel heeft korte haartjes, is donker van kleur en sterk vertakt. Rijpe bessen zijn donkerblauw tot zwart van kleur en bezitten zeer veel zaden die tientallen jaren kiemkrachtig kunnen blijven. Zaden kiemen laat in het voorjaar, vaak in een polletje bijeen (zaden van één bes).  Zwarte nachtschade heeft een voorkeur voor humeuze stikstofrijke gronden. Hoog opgroeiende planten in bijvoorbeeld maïs geven problemen met de giftigheid. Deze blijft ook aanwezig in de kuil. Jonge gewassen ondervinden sterke concurrentie door het breed uitgroeien van de zwarte nachtschadeplanten.  is waardplant voor o.a. Phoma, rhizoctonia, ratelvirus, verticillium en wratziekte. Bekend is het ontstaan van atrazin-resistente populaties in de maïs. Maatregelen Niet chemisch Eggen voor opkomst en schoffelen in een later stadium om de nakiemers te bestrijden. Vooral bij het eggen luistert het tijdstip van bewerken erg nauw. Regelmatige controle en herhaling van bewerken kan noodzakelijk zijn om het onkruid de kop in te drukken.

Slide 19 - Diapositive