Herhaling ott en les ovt les 4 thema 4

Spelling van het werkwoord
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Spelling van het werkwoord

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zit het met jouw kennis van de DT regel? werkwoorden in de ott (onvoltooid tegenwoordige tijd)
1. ga naar kahoot.it en vul de code in
2. Geef je eigen naam in!

Slide 2 - Diapositive

kahoot 

https://create.kahoot.it/details/14163c11-2788-4cf8-a2f4-e78163d0da50

Slide 3 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vind je de stam van het werkwoord?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het vliegtuig ...
A
land
B
landt

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

... je het antwoord?
A
Raad
B
Raadt

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit ... je broer nooit!
A
raad
B
raadt

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vervoegen zwakke werkwoorden

De klank blijft in de verleden tijd hetzelfde, zoals bij 'werken'

ik leer wordt in de OVT: ik leerde

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hij ... op de gekste plekken.
A
belande
B
belandde

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ... me naar de bus!
A
haaste
B
haastte

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste spelling?
A
ik verhuisde
B
ik verhuiste

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

'T eXKoFSCHiP
1. neem de derde laatste letter van het werkwoord bv. praten (T)
2. is die letter een T X K F S C H of P?
3. JA? -> stam + TE / TEN bv. sporten: ik sportte
4. nee? -> stam + DE/ DEN bv. antwoorden: ik antwoordde

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

verhuizen
bepaal de stam van verhuizen (-en) = verhuiz
de z staat niet in de het 'T eXKoFSCHiP -> stam+ de(n)

verleden tijd: stam omzetten in de ik-vorm + de toevoegen
ik verhuisde

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De schilders ... het huis roze (verven)
A
verfde
B
verfden
C
verfte
D
verften

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is de juiste spelling?
Hij .... zijn berichten (checken)
A
checkde
B
checktte
C
checkte

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgelet!
Deze regels gelden enkel voor regelmatige werkwoorden. (= zwakke werkwoorden!)

Onregelmatige werkwoorden (= sterke werkwoorden) volgen niet de regels van de vaste vervoeging. 

Deze moet je vanbuiten leren.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een sterk werkwoord?
A
een werkwoord dat kracht betekent
B
een werkwoord dat in de verleden tijd hetzelfde klinkt
C
een werkwoord dat in de verleden tijd van klank verandert
D
een werkwoord dat je niet kunt vervoegen

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

geef een voorbeeld van een sterk werkwoord

Slide 23 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

verleden tijd van zwemmen
ik

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

verleden tijd van ruiken
ik..

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

verleden tijd van snijden
ik..

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

3) Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) & voltooid verleden tijd (VVT)
De persoonsvorm als voltooid deelwoord
b.v.: belanden; 
Hij ... op de gekste plekken! Waar is hij nu weer ...

Voltooide deelwoorden beginnen met ge- of be- en eindigen op -d of -t. Nooit op -dt! 
  • Als het werkwoord een voltooid deelwoord is, moet je het niet aanpassen aan het onderwerp! Je schrijft dus wat je hoort
  • Als je twijfelt tussen -d en -t, verleng je het werkwoord door er een -e aan toe te voegen. Zo hoor je wat je moet schrijven.
b.v.: gedanste, bewerkte, gebouwde, ...

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pag. 33

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hij ... je nooit!
A
geloofd
B
gelooft

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar is hij nu weer ... ?
A
beland
B
belant

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het pakje is niet op tijd ... (arriveren)
A
gearriveerd
B
gearriveert

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een dag niet gelachen is een dag niet ... (leven)
A
geleefd
B
geleeft

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pag. 33
Enkelvoud
Meervoud
Enkelvoud
Meervoud
Schrijf ook dit schema over op je apart blad.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhalingsoefening
Oef. 6 p. 29

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een opfrisser! Schrijf deze kader op voor jezelf op een apart blad.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak oef. 6d p. 30
  • Vul de juiste vorm van het werkwoord in
  • Vul in tussen haakjes: Persoonsvorm in de OTT of Voltooid deelwoord (VD).
timer
5:00

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak oef. 7 p. 31
  • Vul in met d, t, dt, dd of tt
timer
5:00

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak oef. 8 p. 32
Kies uit: 
  • persoonsvorm, tegenwoordige tijd (ott)
  • persoonsvorm, verleden tijd (ovt)
  • voltooid deelwoord (vd)
timer
5:00

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pag. 33
Enkelvoud
Meervoud
Enkelvoud
Meervoud

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je zelf problemen met het spellen van de werkwoorden? Waar heb je vaak moeite mee?

Slide 46 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een opfrisser! Schrijf deze kader op voor jezelf op een apart blad.

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions