Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Economie: Wat wordt de prijs.
Meneer de Vries
Slide 1 - Diapositive
Les planning
Lesdoelen bespreken
Leerdoelen vorige lesdoelen herhalen
Nieuwe kennis
Zelfstandig werken
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Wat is marketing? Kies het juiste antwoord.
A
Alles wat bedrijven doen om reclame te maken
B
Alles wat bedrijven doen om nieuwe producten te maken
C
Alles wat bedrijven doen om hun bedrijven te verkopen
D
Alles wat consumenten doen om een product te verkopen
Slide 4 - Quiz
Je gaat nieuwe schoenen kopen in de stad. Wat zijn voorbeelden van marketing die een schoenenwinkel kan gebruiken om schoenen te verkopen? Meerdere antwoorden mogelijk.
A
De prijzen staan niet aan gegeven.
B
Ze hebben een ruime collectie van schoenen.
C
Ze hebben vriendelijk en behulpzaam personeel.
D
Een reclame op tv over een korting op de schoenen collectie.
Slide 5 - Quiz
Wat wordt bedoeld met een markt bij het vak economie?
A
De consumenten die iets willen kopen
B
De handelaren die hun producten aanbieden
C
De internetsite marktplaats
D
De plaats waar iets wordt gekocht en verkocht
Slide 6 - Quiz
Wat is aanbod?
Slide 7 - Question ouverte
Wat is marketing?
Slide 8 - Question ouverte
Het aanbod op de woningmarkt stijgt. Wat betekent dat?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Wat wordt bedoeld met een markt bij het vak economie?
Slide 15 - Question ouverte
Wat is de afzet?
Slide 16 - Question ouverte
Waarom telt de verkoper een brutowinstopslag boven op de inkoopprijs?
Slide 17 - Question ouverte
Wat is de inkoopprijs?
Slide 18 - Question ouverte
Wat is bruto- omzet?
Slide 19 - Question ouverte
Jap verkoopt bier en hij rekent 50% brutowinstopslag. De inkoop van 1 fust bier is 100 euro
Slide 20 - Question ouverte
Omzet berekenen. Er zijn 200 biertjes verkocht van 4 euro per stuk. Wat is de omzet?