5.1 marktkoopman

Plan
Introductie H5
uitleg 5.1
aan de slag met 5.1

2e les uur
quiz
doelstellingen uitwerken
rekenen
5.1 afmaken 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Plan
Introductie H5
uitleg 5.1
aan de slag met 5.1

2e les uur
quiz
doelstellingen uitwerken
rekenen
5.1 afmaken 

Slide 1 - Diapositive

H5 Wat levert het op?
waar denk je aan?

Slide 2 - Question ouverte

5.1 Koop jij op de markt?

Slide 3 - Diapositive

H5: wat levert het op

5.1 koop jij op de markt?
Marketing, de markt, vraag en aanbod 

5.2 wat wordt de prijs?
inkoopprijs + brutowinstopslag = verkoopprijs
verkoopprijs x afzet = omzet 

5.3 wat levert het op?
consumentenprijs = verkoopprijs (5.2) + btw
btw berekenen 
ALLE STOF VOOR IN TOETSWEEK VAN JANUARI 

Slide 4 - Diapositive

leerdoelen
Je verklaart de  term marketing 
Je legt het verschil uit tussen abstracte en concrete markt
Je  benoemt wat vraag en wie de vragers zijn op een markt
Je benoemt wat aanbod en wie de aanbieders zijn op een markt

Slide 5 - Diapositive

Marketing
Alles wat bedrijven doen om hun product te verkopen



Slide 6 - Diapositive

Soorten Markten

  • Concrete markt= Plaats waar op afgesproken tijden goederen worden verhandeld. 


  • Abstracte markt = Het geheel van vraag en aanbod van één product.

Slide 7 - Diapositive

Vraag en Aanbod
Aanbod op de markt is alles wat producenten te koop aanbieden.
Vraag op de markt gaat over alles wat mensen willen kopen.

Slide 8 - Diapositive

Aan de slag 
5.1
blz 128 t/m 131
opdracht 1 t/m 15

Slide 9 - Diapositive

Quiz

Slide 10 - Diapositive

5.1 Koop jij op de markt? 
Maak de juiste combitatie
Aanbod
Vraag

Slide 11 - Question de remorquage

De arbeidsmarkt is een voorbeeld van een...
A
supermarkt
B
concrete markt
C
abstracte markt
D
week markt

Slide 12 - Quiz

Wat is MARKETING?
A
Alles wat een bedrijf onderneemt om meer te verkopen.
B
Instrumenten die je gebruikt op de verkoopmarkt.
C
Een methode om de winst te vergroten.
D
Een engels woord voor winkel.

Slide 13 - Quiz

Markt op zaterdag in de stad is een concrete markt?
A
Juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Nikita wil nieuwe schoenen. Is dit vraag of aanbod?
A
Vraag
B
Aanbod

Slide 15 - Quiz

leerdoelen uitwerken
Je verklaart de  term marketing 
Je legt het verschil uit tussen abstracte en concrete markt
Je  benoemt wat vraag en wie de vragers zijn op een markt
Je benoemt wat aanbod en wie de aanbieders zijn op een markt

Slide 16 - Diapositive

Rekenen uitleg
som 1 + 2
verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag 

inkoopprijs = 220
brutowinstopslag= 35%
220:100 x 35 = 77
220 + 77= 297 (verkoopprijs)

Slide 17 - Diapositive

Rekenen 3+4
 verkoopprijs- inkoopprijs= opslag
opslag: inkooprijs x 100 =...%

verkoopprijs= 440
inkoopprijs= 290
440 - 290 = 150
150 : 290 x 100 = 



Slide 18 - Diapositive

Rekenen aan de slag= 10 min
blz 154
som 1 + 2 = 
inkoopprijs + brutowinstopslag

som 3+4=
 verkoopprijs- inkoopprijs= opslag
opslag:  inkooprijs x 100 =...%

klaar? = verder met 5.1



Slide 19 - Diapositive