Les 21 Zakelijk rapporteren/ telefoonnotitie

Les 21 Zakelijk rapporteren/ telefoonnotitie
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Les 21 Zakelijk rapporteren/ telefoonnotitie

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel:

Leerling:
-kan verschillende vormen van zakelijk rapporteren toepassen
-kan een telefonische notitie maken
-kan het verschil tussen objectieve en subjectieve informatie aangeven

Slide 2 - Diapositive

Wat is rapporteren?

Slide 3 - Question ouverte

Waarom rapporteren we eigenlijk?
- Om informatie vast te leggen en over te brengen aan collega's
- Om op tijd problemen te kunnen signaleren.
- Om een overzicht vast te leggen. Zo kun je bv teruglezen hoe met de gezondheid van een cliënt is gegaan in een bepaalde periode.

Slide 4 - Diapositive

Wat is ook alweer OBJECTIEF?
Objectief:
Een objectief verslag geeft alleen informatie. Je eigen mening wordt niet vermeld.
Objectief: het gaat hier om feiten, hier kan geen discussie over ontstaan.

Voorbeeld: de trui is zwart van kleur

Subjectief: hier gaat om een mening; hierover valt te discussiëren en iedereen kan er anders over denken.

Voorbeeld: de trui heeft een mooie kleur. (niet iedereen zal deze trui mooi vinden)

Slide 5 - Diapositive

Voorbeelden:
Bijvoorbeeld: in een instituut waar ernstig verstandelijk gehandicapte kinderen worden verzorgd, woont de vierjarige Martijn. Het is maandag, de dag na de wekelijkse bezoekdag.

In het verslag van groepsleidster 1 staat:

Martijn heeft vandaag twee uur gehuild. Hij heeft één boterham gegeten. Hij heeft ’s middags niet geslapen. Hij heeft een uur rondgekropen met zijn knuffel.

Uit dit verslag kun je verschillende conclusies trekken:
-Martijn kan ziek zijn of pijn hebben.
-Martijn kan zijn ouders missen en heimwee hebben.
-Martijn kan zich ongelukkig of eenzaam voelen.

Dit verslag is objectief.


Slide 6 - Diapositive

Voorbeelden:
Bijvoorbeeld: in een instituut waar ernstig verstandelijk gehandicapte kinderen worden verzorgd, woont de vierjarige Martijn. Het is maandag, de dag na de wekelijkse bezoekdag.

In het verslag van groepsleidster 2 staat:
Martijn was vandaag lastig en vervelend. Hij wilde niet eten en niet slapen. Hij huilde de hele dag. Hij wilde alleen maar met zijn knuffeldier spelen.

Uit het tweede verslag kun je eigenlijk maar één conclusie trekken:
de groepsleidster vond Martijn vandaag vervelend.

Dit verslag is subjectief.

Slide 7 - Diapositive

Als je gedrag beschrijft dan doe je dit altijd objectief. Wat betekent objectief?
A
Je benoemt alleen de gebeurde feiten
B
Je geeft een mening ergens over
C
Je benoemt de feiten en je koppelt hier je eigen mening aan

Slide 8 - Quiz

Wat is objectief?
A
De bal is rond
B
Mevrouw heeft een leuke bril
C
De kantine is mooi

Slide 9 - Quiz

Objectief is?
A
Hoe het werkelijk is (gebeurd)
B
Een mening
C
Een feit
D
Hoe iemand ergens over denkt

Slide 10 - Quiz

Wat is 'objectief?'
A
Uitgaan van feiten
B
Uitgaan van meningen

Slide 11 - Quiz

Subjectief
A
Oordeel zonder mening
B
Oordeel met mening

Slide 12 - Quiz

Subjectief is ...
A
feiten
B
meningen

Slide 13 - Quiz

Subjectief betekent....
A
persoonlijk, met meningen
B
heel zakelijk, alleen feiten

Slide 14 - Quiz

Het is een troep in het lokaal
A
objectief
B
subjectief

Slide 15 - Quiz

Het meisje heeft een rode trui aan
A
objectief
B
subjectief

Slide 16 - Quiz

Zij vindt rood een mooie kleur
A
objectief
B
subjectief

Slide 17 - Quiz

Liz heeft haar haren groen geverfd
A
objectief
B
subjectief

Slide 18 - Quiz

Telefoonnotities zullen vooral objectief zijn...

Slide 19 - Diapositive

Telefoon notitie
Een telefoonotitie is een aantekening die je maakt naar aanleiding van een telefoon gesprek. Hiervoor zijn meerdere aanleidingen:

  • Er komt een bericht dat voor een ander bestemd is dat doorgegeven moet worden
  • Er komt een bericht dat een ander moet weten zodat hij actie kan ondernemen
  •  Er komt een bericht waar jij later zelf mee aan de slag moet

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

"Telefoonnotitie maken"
Gebruik de werkkaart en maak in tweetallen opdracht 10 en 11 van Blok 6 

Slide 22 - Diapositive

Nog meer oefenen! 
Blok 8 Opdracht 4,5 en 6

Slide 23 - Diapositive

Opdracht 12  een lastige kwestie blok 4 (De juf helpen)
Juf Monique heeft gevraagd om na school de moeder van Lisanne te vragen of zij het sponsorgeld morgen wil meenemen. Maar als je haar aanspreekt, zegt de moeder van Lisanne dat zij het geld allang aan Lisanne had meegegeven. Ze zegt dat ze er helemaal niets van begrijpt en dat ze denkt dat iemand anders het geld heeft meegenomen. Ze zegt ook een beetje boos dat ze het geld niet nóg eens gaat betalen. Jij twijfelt eigenlijk een beetje aan haar verhaal, maar daar zeg je natuurlijk niets over tegen de moeder. Dit is een kwestie die je beter kunt overlaten aan juf Monique. Maar zij is na de les naar een vergadering gegaan.

Je besluit voor de juf een verslagje te maken van het gesprek met de moeder van Lisanne.

Lees de theorie Schriftelijk rapporteren.

Schrijf een verslagje over de situatie met de moeder van Lisanne. Zorg ervoor dat je dit objectief doet.

Je rapportage is maximaal 1 A4'tje.

Bewaar het resultaat in je portfolio.

Slide 24 - Diapositive