V2 - K2 - G: Schreiben

H2 - Woche 40 - Stunde 2
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H2 - Woche 40 - Stunde 2

Slide 1 - Diapositive

Planung

Wiederholen: Grammatik & Wortschatz

Schreiben
  • hoofdletters in het Duits
  • etwas über dich selbst schreiben 

Toets Hören volgende week maandag



Ziele

  • Je kunt in eenvoudige zinnen iets over jezelf en jouw familie vertellen.

  • Je kunt de regels voor het gebruik van hoofdletters toepassen.


Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

wat
Zinnen maken met bekende woorden en grammatica
hoe
Stap 1: 5 - 10 Minuten
De docent draait beide spinners . Maak met het woord en werkwoord en eenvoudige korte Duitse (vraag)zinnen. In totaal maken we 4 zinnen. Zorg dat je het werkwoord correct vervoegd wordt en de woorden juist vertaald!

Stap 2: 5 Minuten
Je kijkt de zinnen van je buur en geeft feedback (wat is goed/wat is fout). Let daarbij op:
--> juiste werkwoordsvorm
--> spelling, waaronder hoofdletters
--> klopt de zin? Waarom niet?
tijd
15 Minuten
uitkomst
Opdracht wordt in de klas nabesproken

Slide 4 - Diapositive

Wörter
Grammatik

Slide 5 - Diapositive

Hoofdlettergebruik in het Duits
Bekijk volgende zinnen:
Wir lernen Deutsch in der Schule. 
Heute macht Anna einen Schulausflug nach Berlin. 

Overleg in tweetal:
  • Wat valt op? 
  • Welke regel(s) kan je daarbij bedenken?
Tijd: 3 Minuten - Geluidsniveau: Anderen kunnen jullie niet verstaan.

Slide 6 - Diapositive

Wanneer een hoofdletter:
1. Begin van een zin. 
2. Namen, plaatsnamen, merken etc. 
3. Zelfstandige naamwoorden. 
     => anders dan in het Nederlands

Slide 7 - Diapositive

Het zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord is een woord dat een zelfstandigheid aanduidt. Zo kan het bijvoorbeeld aanduiden:
- een persoon of dier (man, vrouw, oom, hond) 
- een eigennaam (Gerrit, Coca Cola, Apple)
- een ding (plant, fiets, berg)
- een gebeurtenis (ontvoering, feest)
- een plaats (Amsterdam, kantoor)
- niet-concrete dingen (geluk, warmte)

Slide 8 - Diapositive

Het zelfstandig naamwoord
Vóór een zelfstandig naamwoord kan je een lidwoord (de, het of een) zetten, kijk bijvoorbeeld naar de volgende zin:  

Ik heb onze fietsen schoongemaakt samen met Freek en zijn kinderen.
- fietsen is een zelfstandig naamwoord (de fietsen)
- Freek is een zelfstandig naamwoord (eigennamen zijn altijd zelfstandig)
- kinderen is een zelfstandig naamwoord (de kinderen)

Slide 9 - Diapositive

Schreiben - Aufgabe 46, 47, 48
Gemeinsam: Aufgabe 46, 47, 48 (S.54) besprechen
Selbstständig machen: Aufgabe 46, 47, 48
Zeit: 10 Minuten, danach besprechen
Klaar = Slim Stampen: B (kies 4+invul 4) & overhoren D-N /N-D
Extra Hilfe? Neem plaats aan instructietafel
timer
15:00

Slide 10 - Diapositive

Schreiben - Aufgabe 49
Gemeinsam: Aufgabe besprechen
Selbstständig machen: Aufgabe 49
Hilfsmittel: Aufgabe 46, 47 & Lernlisten K2
Zeit: 5 Minuten
Uitkomst: feedback medeleerling in checklist + bespreken klas
Klaar = Slim Stampen K2 overhoren D-N & N-D
Extra Hilfe? Neem plaats aan instructietafel
timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

nächste Stunde
Sehen & Hören: Nicos Weg

Lesen: Geburtstagsparty

Slide 12 - Diapositive